Weekmaker: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
1 (onbereikbare) link(s) aangepast en 0 gemarkeerd als onbereikbaar #IABot (v2.0beta)
Op basis van de originele tekst in de introductie zijn er enkele concepten verder uitgebreid en extra informatie toegevoegd in lijn met de Engelstalig wikipedia website omtrent weekmakers.
Regel 1:
'''Weekmakers''' zijn additieven die worden toegevoegd aan [[Kunststof (materiaal)|kunststoffen]], voornamelijk [[Thermoplast|thermoplasten]], om hun fysieke eigenschappen te bewerken, met name de [[flexibiliteit]]. Deze moleculen zijn bij kamertemperatuur voornamelijk vloeibaar en beperkt vluchtig. Indien een weekmaker mengbaar is met een kunststof, interageert deze door middel van [[Niet-covalente binding|niet-covalente bindingen]] en ‘smeren’ als het ware de polymeerketens. Hierdoor wordt de [[glasovergang]] (Tg) verlaagd en de mechanische eigenschappen van het polymeer minder bros en meer rubberachtig.  Gedurende de laatste 60 jaar zijn er meer dan 30,000 verschillende bestanddelen geëvalueerd voor hun ‘weekmakende’ eigenschappen. Vandaag de dag zijn er ongeveer 50 weekmakers commercieel beschikbaar, waarvan het overgrote deel toepassing vindt in polyvinyl chloride (PVC). In 2017 bedroeg het totale globale verbruik van weekmakers 7,531.9 ton per jaar, waarvan 1,354 ton per jaar in Europa geconsumeerd werd. <ref>{{Citeer web|url=https://ihsmarkit.com/products/plasticizers-chemical-economics-handbook.html|titel=Plasticizers - Chemical Economics Handbook (CEH) {{!}} IHS Markit|bezochtdatum=2018-08-14|werk=ihsmarkit.com}}</ref>
'''Weekmakers''' zijn stoffen die [[Kunststof (materiaal)|kunststof]]fen elastisch maken.
Als een [[thermoplast]] zo stevig is dat er weinig meer mee gedaan kan worden, wordt er een weekmaker aan toegevoegd, om het zacht en minder bros (breekbaar) te maken. Met andere woorden, de [[glasovergang]] (''T''<sub>g</sub>) wordt verlaagd waardoor de mechanische en fysische eigenschappen van het polymeer meer rubberachtig worden.
 
CircaMeer 85%dan de helft van alle toegepaste weekmakers behoort tot de familie van de ftalaatweekmakers. DezeDit ftalaatweekmakerstype staanweekmaker alwordt 20onderverdeeld jaarin onderlaag-moleculair-gewicht druk[[Ftalaat|ftalaten]], vanwegeafkomstig devan vermeendeC3-C6 alcoholen, en hoog-moleculair-gewicht ftalaten (> C6). Vanwege negatieve effecten op het milieu en de volksgezondheid. Weekmakerszijn kunnende bijvoorbeeldlaag-moleculair-gewicht [[Esterftalaten (scheikunde)|ester]]sstelselmatig ofvervangen [[vet]]tenin zijnde Verenigde Staten, zoalsCanada en de Europese Unie. Enkele voorbeelden van ftalaatesters zijn [[bis(2-ethylhexyl)ftalaat|di(ethylhexyl)ftalaat]] (DEHP), [[benzylbutylftalaat]] (BBP), [[Dibutylftalaat|di-n-butylftalaat]] (DBP, DNBP), [[di-isononylftalaat]] (DINP), [[di-isodecylftalaat]] (DIDP), [[di-iso-octylftalaat|dioctylftalaat]] (DOP, DNOP) en [[di-isobutylftalaat]] (DIBP). (De "P" in de afkortingen is afkomstig van het Engelse "Phtalate": [[ftalaat]].) In [[Polyvinylchloride|PVC]] wordt soms zelfs [[wonderolie]] gebruikt als weekmaker. LangeEen alternatief voor het gebruik van additieven is het incorporeren van lange flexibele zijketens aanin hetde polymeerpolymeerstructuur zelf, veroorzakendie bij benadering hetzelfde effect als toegevoegde weekmakers veroorzaken. Dit verschijnsel wordt ook wel 'inwendige weekmaking' genoemd.
 
== Mogelijke gezondheidsrisico's ==
Veel weekmakers, met name ftalaten, worden ervan verdacht bij vrijkomen uit de kunststoffen schadelijke effecten op de gezondheid te hebben. Dit is dan vooral relevant bij materialen die als verpakking voor bijvoorbeeld voedingsmiddelen dienen. Ook het gebruik van weekmakers in medische hulpmiddelen en in kinderspeelgoed is bron van zorg. Omdat de weekmakers vaak gecombineerd en in veel verschillende concentraties voorkomen in de te onderzoeken bloed- of urinemonsters, wordt in de meeste onderzoeken geconcludeerd dat verder onderzoek wenselijk is. Een kleine selectie{{Bron?|hoe is deze selectie tot stand gekomen?|2015|05|06}} uit het onderzoek:
 
* Onderzoek op ratten in 1982 wees uit dat het toedienen van dimethoxyethyl ftalaat (DMEP) aan een moederrat schadelijke gevolgen heeft voor de [[foetus]]. Misgeboorte, ondergewicht en misvormingen van hersenen en skelet werden vastgesteld.<ref>[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1569010/ Parkhie MR, Webb M, Norcross MA. ''Dimethoxyethyl phthalate: embryopathy, teratogenicity, fetal metabolism and the role of zinc in the rat.'']</ref> Daarom is de blootstelling van de menselijke foetus en zuigelingen aan ftalaten via blootstelling van de moeder een punt van zorg.<ref>[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17604388 Frederiksen H1, Skakkebaek NE, Andersson AM. ''Metabolism of phthalates in humans.'']</ref>
* Onderzoek op ratten uitgevoerd in 2007 toonde aan dat bepaalde weekmakers een negatieve invloed hadden op de ontwikkeling van de genitaliën van de ongeboren vrucht.<ref>[http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17654256 Lee BM, Koo HJ. ''Hershberger assay for antiandrogenic effects of phthalates.'']</ref>