Ardipithecus ramidus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 30:
Problematisch is dat de hoektanden weliswaar in zijaanzicht stomper zijn maar in vooraanzicht juist spitser dan bij zelfs een chimpansee. Daarbij hebben premolaren en kiezen een zeer dunne emaillaag, anders dan bij aapmensen. Whites rivaal [[Ian Tattersall]] suggereerde in 1999 zelfs dat het om een verwant van de [[orang-oetan]]s ging en dat het postcraniaal skelet daarom in 1994/1995 opzettelijk niet was beschreven. Daarbij past dan weer niet dat het achterhoofdsgat zo ver vooraan ligt. Dat duidt op een rechtopstaande gang.
 
Tussen 1999 en 2003 werden meer fossielen gevonden, van minstens vijfenveertig individuen. Daaraan werd in 2009 een reeks artikelen gewijd. In 2009 werd ook de schedel beschreven van een volwassen individu dat de bijnaam [[Ardi]] kreeg, specimen ARA-VP-6/500. Het bleek te gaan om de in 1994 gevonden resten. Het individu was naar schatting 120 centimeter hoog en eenenvijftig kilogram zwaar. De schedel was zeer fragmentarisch en vervormd maar werd door een computer gereconstrueerd. ''A. ramidus'' bleek een ten opzichte van de lichaamsgrootte kleine hersenholte te bezitten met een inhoud van 300-350 cm³. De bovenkaak stak sterk vooruit maar de onderkaak niet. Dat laatste is anders dan bij de chimpansee en zou duiden op een verminderde agressie binnen de groep. Anders dan bij ''Australopithecus'' is de schedel over de jukbeenderen niet sterk verwijd.<ref>Suwa, G; Asfaw, B.; Kono, R. T.; Kubo, D.; Lovejoy, C. O.; White, T. D.; et al. 2009. "The ''Ardipithecus ramidus'' skull and its implications for hominid origins". ''Science''. '''326'''(5949): 68, 68e1–68e7</ref>
 
In 2015 concludeerde een studie dat de zwakkere hoektanden wezen op een verhoogde ouderzorg: mannetjes zouden hun energie meer in de kinderen steken dan in het onderling vechten. Dat zou geleid hebben tot minder [[seksuele dimorfie]] en meer [[pedomorfie]], het behoud van kinderlijke trekken. Dit zou een belangrijke factor geweest zijn in de evolutie van de mens, in een proces van zelfdomesticering.<ref>Clark, Gary; Henneberg, Maciej. 2015. "The life history of ''Ardipithecus ramidus'': A heterochronic model of sexual and social maturation". ''Anthropological Review''. '''78'''(2): 109-132</ref> Een vervolgstudie uit 2017 stelde dat bij ''A. ramidus'' het [[strottenhoofd]] dieper lag en de [[lordose]], de S-kromming, van de ruggegraat sterk was. Dat zou de ontwikkeling van het [[spreken]] en daarmee de [[taal]] hebben bevorderd alsmede die van het [[zingen]].<ref>Clark, Gary; Henneberg, Maciej. 2017. "''Ardipithecus ramidus'' and the evolution of language and singing: An early origin for hominin vocal capability". ''HOMO''. '''68'''(2): 101</ref>