Buckfastbij: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Link
Alinea met voorouders
Regel 24:
In 1916 bleven op de abdij slechts enkele bijenkolonies leven. Dit waren allen kolonies met vreemde koninginnen of afstammelingen ervan. Eén kolonie viel op vanwege de sterke haaldrift. Dit was een kruising van de lokale Engelse bij (Europese donkere bij: ''A. m. mellifera'').
Kehrle besloot meer Italiaanse koninginnen te importeren en daarmee te gaan fokken. Hiermee begon de ontwikkeling van de Buckfastbij.
 
De Buckfastbij is voornamelijk opgebouwd uit ''A. m. ligustica'' (Noord-Italië), ''A. m. mellifera'' (Engeland), ''A. m. mellifera'' (Frankrijk), ''A. m. anatoliaca'' (Armeeens) ''A. m. cecropia'' (Grieks). De Buckfastbij heeft tegenwoordig nog genen van twee zeldzame Afrikaanse honingbijensoorten: ''A. m. sahariensis'' en de ''A. m. monticola''. De Buckfastbij is niet gekruist met de [[Afrikaanse honingbij|Apis mellifera scutellata]] die in Brazilië in de jaren vijftig van de vorige eeuw de zogenaamde [[Geafrikaniseerde honingbij]] (ook wel “killer bee”) vormde door met de daar aanwezige Europese Honingbij te paren.
 
 
{{Appendix}}