Klein-Duitse richting: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RobotQuistnix (overleg | bijdragen)
Känsterle (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De '''klein-Duitse richting''' was na 1848 een stroming in de Duitse eenheidsbeweging die de staten van de [[Duitse Bond]] - met uitsluiting van [[Keizerrijk Oostenrijk|Oostenrijk]] - wilde verenigen onder leiding van [[Pruisen]]. De beweging stond tegenover de [[groot-Duitse richting]], die ook de Duitstalige delen van Oostenrijk in de eenheidsstaat wilde betrekken.
 
In de Duitse Bond, waarvan sinds 1815 alle Duitse staten lid waren, betwistte Pruisen de traditionele grootmacht Oostenrijk de dominantie. De vraag welke staat zou moeten domineren werd acuut in de [[Maartrevolutie]] van 1848, toen het [[Frankfurter Parlement]] zich beraadde over een nieuwe Duitse eenheidsstaat. Opname van het geheel Oostenrijk in een nieuw Duits Rijk was problematisch, omdat deze [[veelvolkenstaat]] zeer grote niet-Duitse bevolkingsgroepen herbergde. Na langdurige discussies tussen [[Groot-Oostenrijkse richting|groot-Oostenrijkers]], groot-Duitsers en klein-Duitsers behaalde de klein-Duitse richting, bestaande uit voornamelijk Noord-Duitse protestanten, een nipte meerderheid. In de kwestie van het staatshoofd van het nieuwe Rijk volgde een meerderheid van de klein-Duitsers de ''erbkaiserliche'' beweging van [[Heinrich von Gagern]], die een erfelijke monarchie met de koning van Pruisen als "keizer der Duitsers" wilde opzetten. In de stemming over de Rijksgrondwet kreeg deze richting weliswaar een meerderheid, maar het streven mislukte toen [[Frederik Willem IV van Pruisen]] de hem in 1849 aangeboden keizerskroon niet wilde aanvaarden.
 
Na de revolutie trachtte Pruisen, in reactie op het Oostenrijkse streven de Duitse Bond nieuw leven in te blazen,