Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 61:
* De [[Renaissancemuziek]] vindt haar hoogtepunt in de kerkmuziek van [[Giovanni Pierluigi da Palestrina|Palestrina]] en de opera's van [[Claudio Monteverdi|Monteverdi]].
* Overgang naar de [[Barok (stijlperiode)|Barok]]. Voorbeelden in de schilderkunst zijn de Spaanse schilder [[Diego Velázquez (kunstschilder)|Velázquez]] en de in Duitsland geboren Vlaming [[Peter Paul Rubens]].
* In de gereformeerde Noordelijke Nederlanden is [[vanitas]] een veel voorkomend thema in de schilderkunst. Het Latijnse woord betekent ijdelheid en leegheid. Met bijvoorbeeld schedels, gedoofde kaarsen, verwelkte bloemen, zeepbellen, vergane boeken, muziekinstrumenten, klokken of omgevallen glazen wordt de ijdelheid, tijdelijkheid en zinloosheid van het aardse gevisualiseerd.
* De [[barokmuziek]] kan in het bijzonder gedijen door de bloeiende muziekcultuur aan de diverse Europese vorstenhoven. Veel rijke hooggeplaatsten hebben musici/componisten in dienst en/of fungeren als hun [[mecenas]]. Veel hoogtijdagen en festiviteiten worden opgeluisterd door speciaal voor die gelegenheid in opdracht gecomponeerde werken. Ook ten behoeve van kerkelijke erediensten worden in het tijdperk van de barok nieuwe muziekvormen ontwikkeld.
* De instrumenten die over de periode 1580 tot 1680 door de Antwerpse familie [[Ruckers]] - [[Couchet]] worden gebouwd, zijn representatieve voorbeelden van de Vlaamse instrumentenbouw uit die tijd. Het gaat om klavecimbels met één of twee klavieren, maar ook om [[spinet]]ten en [[Virginaal|virginalen]]. De opmerkelijke klank van de klavecimbels van Ruckers en Couchet evenals