Raadkamer: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
1 bron(nen) gered en 0 gelabeld als onbereikbaar #IABot (v1.4.2) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10:
De raadkamer beslist over de handhaving van de [[voorlopige hechtenis]]. Dit is de meest bekende functie van de raadkamer. Wanneer een [[verdachte]] door de [[onderzoeksrechter]] werd aangehouden ([[bevel tot aanhouding]]) moet deze binnen de vijf dagen voor de raadkamer verschijnen opdat deze zou kunnen oordelen of de aanhouding wettelijk mogelijk is en of ze wenselijk is, o.a. met het oog op de [[openbare veiligheid]] ([[artikel (recht)|artikel]] 21, § 1, van de [[wet]] van [[20 juli]] [[1990]] betreffende de voorlopige hechtenis). De raadkamer moet zich in principe om de maand uitspreken over de handhaving van de voorlopige hechtenis (artikel 22, al. 1, van de [[wet]] van [[20 juli]] [[1990]]). Wanneer het een ernstiger [[misdrijf]] betreft, een [[misdaad]], zoals bijvoorbeeld [[moord]], dan moet deze verlenging slechts om de drie maanden gebeuren (artikel 22, al. 2, van de wet van [[20 juli]] [[1990]], maar de [[inverdenkinggestelde]] kan iedere maand met een [[Petitie|verzoekschrift]] om zijn invrijheidstelling verzoeken (artikel 22bis van de wet van [[20 juli]] [[1990]]).
=== De beschikkingen tot internering van
De raadkamer kan, tenzij het een [[politieke misdaad]], een [[politiek wanbedrijf]] of een [[persdelict]] betreft, de [[internering (strafrecht)|internering]] van de verdachten uitspreken, wanneer
=== Hoger beroep tegen beschikkingen van de raadkamer ===
|