Standerdmolen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 18:
De naam is ontleend aan de standerd of staak, een rechtop staande ongeveer 60–80 cm dikke stam met een zogeheten stormpen. De molenkast rust grotendeels op de bovenkant van de standerd. Voor het afschuiven is er op de standerd een stormpen aangebracht. Een tweede steunpunt voor de kast om de standerd is de zetel halverwege de standerd. Het midden van de kast zit niet op de standerd, maar meer naar achteren ter compensatie van het gewicht van het wiekenkruis. Hierdoor is de molen afhankelijk van de hoeveelheid in de kast opgeslagen maalgoed min of meer in evenwicht
 
Uit de standerdmolen is de [[wipmolen]] ontstaan. Aan de vorm van het dak, de hoogte van de voet, de vorm van de trap, de lengte/breedte verhouding-breedteverhouding van de kast en het afdak boven het [[luiwerk]] kan men zien in welke streek de molen staat.
 
== Ontstaan ==
 
Een archeologische vondst te [[Sint-Denijs-Westrem]] laat toe te besluiten het bestaan van de richtbare windmolen in het oude [[graafschap Vlaanderen]] te dateren in het begin van de elfde eeuw.<ref>http://www.molenmuseum.be/tijdschriften/voorjaar2013.pdf</ref>
 
Regel 38 ⟶ 37:
 
== Nog bestaande standerdmolens ==
 
De standerdmolen komt nog voor in Noord-[[Frankrijk]], [[België]], [[Nederland]], [[Engeland]], [[Noord-Duitsland]] en [[Denemarken]].
 
Regel 50 ⟶ 48:
 
== Werking ==
 
Het [[gevlucht]] wordt op de wind gekruid met behulp van de staart. Soms staat vermeld dat deze tevens dienstdoet als tegenwicht voor het wiekenkruis. In de praktijk zal dit in lichte mate wel het geval zijn, maar dit is geenszins de functie van de staart en daarvoor is de staart ook niet aan de molen bevestigd. In Engeland zijn er ook [[Kruien (windmolen)#Zelfkruimechanisme|zelfkruiende]] standerdmolens, waarbij op de staart een [[windroos]] zit. Bij het oudere standerdmolentype lopen de trapbomen door tot aan de stijlen van de kast en wordt de trap naar boven toe steeds breder. Bij het jongere type lopen de trapbomen parallel en zitten aan weerszijden van de trap schoren, die aan het balkon vastzitten. Aan het eind van de staart zit de kruibank met het kruirad. De draaiende wieken worden gestopt met de [[vang (windmolen)|vang]] (rem), die zowel van buiten als binnen in de molen bediend kan worden.