Antigonus (Hasmoneeën): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k linkfix
Regel 10:
Een paar jaar later zag hij zijn kans schoon. In [[43 v. Chr.]] werd [[Antipater (Idumea)|Antipater]], de [[procurator]] van Judea, vermoord toen hij probeerde belastingen te innen voor de Romeinen. Antigonus probeerde te profiteren van het anti-Romeinse sentiment en probeerde de macht te grijpen. Hij werd echter verslagen door Antipaters zoon [[Herodes I|Herodes]]. Hij liet zich echter niet uit het veld slaan en zocht steun bij de [[Parthen]].
 
Met hulp van de Parthische troepen nam Antigonus in [[40 v. Chr.]] Jeruzalem in. Hij nam zijn oom [[Hyrcanus II]] gevangen, die op dat moment [[hogepriester]] en [[ethnarch]] was en de hoogste gezagsdrager in de Romeinse vazalstaat was. Nadat hij hem de oren had afgesneden (of afgebeten, zoals [[Flavius Josephus]] zegt), waardoor hij hem voorgoed ongeschikt maakte voor het hogepriesterschap, zond hij hem in ballingschap naar [[Babel]]. Antigonus nam ook Herodes' broer [[Phasaël (persoon)|Phasaël]] gevangen. Deze wachtte de loop der gebeurtenissen niet af en pleegde zelfmoord. Herodes zelf wist Judea op tijd te verlaten en reisde naar Rome.
 
In Jeruzalem liet Antigonus zich naar het voorbeeld van de eerdere Hasmoneese heersers uitroepen tot koning en hogepriester. Hij liet daarbij ook zijn eigen munten slaan, wat in de Oudheid als politiek statement gezien werd.