Neogotiek: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 65:
De gebieden die later het Koninkrijk België zouden vormen kenden in de late middeleeuwen een belangrijke gotische bouwtraditie. Met name in de burgerlijke en stedelijke architectuur (stadhuizen, gildehuizen etc.) waren 15de- en vroeg 16de-eeuwse realisaties zoals het [[Stadhuis van Leuven]] en het [[Stadhuis van Brussel]] zelfs internationaal toonaangevend. Voor religieuze architectuur werd de gotische bouwtrant nog tot diep in de 17de eeuw aangewend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de stijl al snel een belangrijke heropflakkering kende.
Dat gebeurde aanvankelijk in de context van de 'restauratie' van kerken,
Ook de architecten van de volgende generatie zoals [[Tieleman Franciscus Suys]] en [[Louis Roelandt]] hadden nog een vorming genoten in het klassieke academisme. Hun restauratie- en nieuwbouwprojecten in de gotische trant waren romantisch van karakter en niet gebaseerd op diepgaande studie of kennis van de gotische stijlen (zie bijvoorbeeld: [[Onze-Lieve-Vrouw-van-Bijstand-der-Christenenkerk (Sint-Niklaas)]]). De jong gestorven architect [[Louis Van Overstraeten]] kwam in het ontwerp voor de [[Koninklijke Sint-Mariakerk]] in Schaarbeek al vroeg tot een zeer originele synthese van gotische, romaanse en byzantijnse elementen. Hij
Het is pas de generatie van [[Jean-Baptiste Bethune]] die zich zal richten op een meer gedegen studie van de (locale) gotische tradities, geïnspireerd op de praktijken van de Engelse 'Gothic Revival' maar ook op de restauratietheoriën van [[Eugène Viollet-le-Duc]]. De Bethune en zijn navolgers zullen de Neogotische traditie op grote schaal introduceren in België. In de tweede helft van de 19de eeuw kent de stijl op alle vlakken toepassing. Naast nieuws kerken en kloosters worden ook burgerwoningen, kastelen, postgebouwen, stations en dergelijke meer in neogotische stijl opgetrokken. De stijl richt zich ook meer en meer op de lokaal historisch aanwezige gotische bouwstijl. Toch wordt hij vooral geassocieerd met de katholieke Ultramontaanse politieke strekking.
Een belangrijk vertegenwoordiger was [[Joris Helleputte]] die als hoogleraar in Leuven een belangrijke invloed had op de jongere generaties. Helleputte was ook actief als katholiek politicus. Zijn stijl kenmerkt zich evenwel door de introductie van tal van technische vernieuwing en nieuwe materialen. Daarin is zijn achtergrond als 'ingenieur' zeker niet vreemd. Men spreekt in deze fase van de 'Ingenieuze Neogotiek'.
[[Bestand:Loppem chateau face 2.JPG|thumb|left|[[Kasteel van Loppem]] (J.B. Bethune)]]
|