Astronomie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Quinnie01 (overleg | bijdragen)
Regel 32:
Begrip van [[zwaartekracht]] en hemelse [[dynamica]] waren ontdekkingen van [[Isaac Newton]], die daarmee de bewegingen van de planeten volledig verklaarde.
 
Men ontdekte dat sterren heel ver van ons verwijderd zijn. Met de uitvinding van de [[astronomische spectroscopie|spectroscopie]] werd bewezen dat sterren gelijksoortige objecten zijn als onze eigen Zon, maar met een grote variëteit aan [[temperatuur|temperaturen]], [[massa (natuurkunde)|massa]]'s en omvang. Dat onze [[Melkweg (sterrenstelsel)|Melkweg]] bestaat uit een aparte groep van sterren werd pas bewezen in de twintigste eeuw. Toen werden ook andere sterrenstelsels ontdekt, alsmede [[nevels en gaswolken]]. Kort daarop werd de uitdijing van het heelal aangetoond op grond van de [[roodverschuiving]] die ontstaat door het [[dopplereffect]]. Hieruit blijkt dat de meeste van die andere sterrenstelsels van ons af bewegen.
 
Aanvankelijk meende men dat het [[zonnestelsel]] ophield bij de baan van [[Pluto (dwergplaneet)|Pluto]]. Een probleem bleef echter de herkomst van [[komeet|kometen]] met vaak [[hyperbool (meetkunde)|hyperbolische]] banen, die erop wijzen dat ze van zeer grote afstand komen. De astronoom [[Jan Hendrik Oort]] stelde in [[1950]] de [[Oortwolk]] voor: een reservoir van miljarden komeetachtige lichamen die overgebleven zijn na de vorming van het zonnestelsel en zich uitstrekt tot wel één à twee [[lichtjaar]] rondom het zonnestelsel. In [[1951]] werd het bestaan van de [[Kuipergordel]] gesuggereerd door de Nederlands-Amerikaanse [[Gerard Kuiper]]. Hier zouden de kortperiodieke kometen vandaan komen; dat wil zeggen de kometen met een omlooptijd van tussen de 50 en een paar duizend jaar en met de grootste concentratie van komeetlichamen net voorbij de baan van [[Neptunus (planeet)|Neptunus]]. Inmiddels zijn er al verscheidene objecten tussen de afmetingen van kometen en Pluto in gevonden in deze gordels waarmee het bestaan hoogstwaarschijnlijk is bewezen.