1651: verschil tussen versies

* De broers [[Johan van Nassau-Idstein]] en [[Ernst Casimir van Nassau-Weilburg]] en hun neven [[Johan Lodewijk van Nassau-Ottweiler]], [[Gustaaf Adolf van Nassau-Saarbrücken]] en [[Walraad van Nassau-Usingen]] gaan onder bemiddeling van hertog [[Ernst van Saksen-Gotha]] over tot een verdeling van hun bezittingen, waarmee de verdeling van [[29 januari]] [[1629]] ongedaan gemaakt wordt. Johan verkreeg [[Idstein]], [[Wiesbaden]], [[Sonnenberg (Wiesbaden)|Sonnenberg]], [[Wehen (Taunusstein)|Wehen]], [[Burgschwalbach]] en [[Lahr/Schwarzwald|Lahr]]. Ernst Casimir verkreeg [[Weilburg]], [[Merenberg]], [[Krofdorf-Gleiberg|Gleiberg]], [[Reichelsheim (Wetterau)|Reichelsheim]], [[Kirchheimbolanden|Kirchheim]], [[Stauf]], [[Hüttenberg (Hessen)|Hüttenberg]], [[Langgöns|Cleeberg]] en [[Löhnberg]]. De broers Johan Lodewijk, Gustaaf Adolf en Walraad verkregen gezamenlijk het [[graafschap Saarbrücken|Saarbrücken]] met [[Jugenheim in Rheinhessen|Jugenheim]] en [[Wöllstein]], de helft van het ambt [[Stockheim (Kreuzau)|Stockheim]], [[Usingen]], [[Grävenwiesbach]], [[Altweilnau|Alt-]] en [[Neuweilnau]], een deel van [[Kirberg]], een deel van [[Mensfelden]] en een deel van [[Kettenbach]] met [[Rückershausen (Bad Laasphe)|Rückershausen]]. De drie broers en hun beide ooms bleven gezamenlijk bezitten [[Kasteel Nassau|Nassau]], [[Bad Ems|(Bad) Ems]], het [[graafschap Saarwerden|Saarwerden]] met [[Herbitzheim]] en [[Wadgassen]], [[Homburg (Saar)|Homburg]] (in [[de Palts]]), [[klooster Rosenthal|Rosenthal]], [[Oberrosbach|Ober]]- en [[Niederrosbach|Nieder-Rosbach]].