Late oudheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 133:
=== Stabilisering in het Oosten en de ondergang van het Westen ===
De redding kwam van de latere keizer [[Constantius III]], die in 411 werd aangesteld als magister militum. Hij slaagde erin verschillende stammen in te lijven in zijn leger. Intussen waren de Westgoten zich gaan vestigen in [[Aquitanië]]. Constantius sloot hen in dreigde hen uit te hongeren. In ruil voor voedsel en het vrijlaten van Galla Placida, sloten de Visigoten een loyaliteitsverdrag en als ''[[foederati]]'' mochten ze zich vestigen in Zuid-Frankrijk en Noord-Spanje. Ze richtten een staat binnen een staat op, wat echter voortdurend in goed overleg met de lokale aristocratie gebeurde. De Germanen namen stap voor stap de plaats in van de Romeinse centrale regering, zonder dat deze oog leek te hebben gehad voor de merkbare gevolgen voor de bevolking in deze gebieden. Over de precieze voorwaarden voor vestiging (kregen ze land of een deel van de belastingopbrengsten) wordt nog door onderzoekers gediscussieerd.<ref>Bijvoorbeeld {{Aut|Pohl}} (ed.), ''Kingdoms of the Empire''.</ref> Voor bewezen diensten kreeg Constantius in 417 de titel van consul en de hand van Galla Placida, waarmee hij twee kinderen had. Uiteindelijk werd hij in 421 tot medekeizer benoemd.
 
Intussen was de keizer in het oosten, Arcadius, gestorven en werd hij opgevolgd door zijn zevenjarige zoon [[Theodosius II van Byzantium|Theodosius II]]. In 414 nam zijn zus [[Aelia Pulcheria]] het regentschap over. Pulcheria was een orthodox christen, en ontketende een nieuwe [[Romeins-Perzische oorlog 421-422]], om de moord op bisschop [[Abdas van Susa]] te wreken.
 
De [[Vandalen]] vertrokken in 429 uit Spanje, maakten de oversteek naar [[Africa]] en veroverden in 439 [[Carthago]]. Ze namen daarmee de rijkste provincie van het West-Romeinse Rijk uit handen van de West-Romeinse keizers, die daarna alleen nog effectieve controle konden uitoefenen over Italia en delen van Gallia en Hispania. Het gevaar van de Hunnen, onder [[Attila de Hun|Attila]], kon echter door de Romeinse generaal [[Flavius Aëtius|Aëtius]], die sinds de jaren dertig van de vijfde eeuw de machtigste man van het West-Romeinse Rijk was, in 451 worden afgewend. Aëtius had daarbij ook gebruik moeten maken van Germaanse ''[[foederati]]''. Het West-Romeinse leger was al in een fase van ontbinding en loste zichzelf, na zijn dood, in feite op. In 454 liet keizer [[Valentinianus III]], de laatste keizer van het Westen uit de dynastie van Theodosius, de generaal, uit angst voor diens invloed, ombrengen. Deze moord moest de keizer daarop spoedig met zijn leven betalen: 455 van de vroegere aanhangers van de legerleider werden eveneens vermoord.