Tientje van Lieftinck: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Vlak na de [[Tweede Wereldoorlog]], op 26 september 1945, kregen alle Nederlanders tien [[Nederlandse gulden|gulden]] tijdens de grote [[Geldhervorming|geldzuivering]] die Lieftinck op touw zette.<ref>Een gelijkaardige geldsanering vond in België plaats, bekend onder de naam "Operatie Gutt", naar [[Camille Gutt]], de Belgische minister van Financiën.</ref> In de week waarin alle oude bankbiljetten en munten moesten worden ingeleverd – om vervolgens te worden geruild voor nieuw geld – moest men rondkomen van deze tien gulden.
 
Daaraan vooraf ging op 6 juli 1945 het ongeldig verklaren van de 100 guldenbiljetten en op 26 september 1945 werd al het Nederlandse papiergeld in één klap ongeldig. Tegelijkertijd werden alle banktegoeden bevroren. Men kreeg in de daaropvolgende maanden slechts toegang tot een tegoed nadat was bewezen dat het geld op een rechtmatige wijze was verkregen.
 
Deze geldzuivering was nodig om een einde te maken aan de geldcirculaties die tijdens de Duitse [[bezetting (militair)|bezetting]] waren uitgezet. Het was tegelijkertijd een oplossing voor het zogenaamde [[Zwart geld|zwartgeldprobleem]]. Enkele mensen hadden (zwart) geld verdiend tijdens de Tweede Wereldoorlog en de regering in 1945 vond achteraf gezien niet alles even legaal. Al het [[papiergeld]] werd ongeldig verklaard en men moest een verklaring afgeven over hoe men het verkregen had.
 
Het ''tientje van Lieftinck'' maakte hem niet bij alle burgers populair. Naar een anekdote zou hij een man om een dubbeltje hebben gevraagd om een vriend op te bellen, waarop de man reageerde: ''neemt u er maar twee, dan kunt u ze allemaal bellen''.<ref>Parlement & Politiek, [http://www.parlement.com/id/vg09ll2v15tm/p_piet_lieftinck Mr.Dr. P. (Piet) Lieftinck]</ref> Niettemin leidde de invoering van het tientje ook tot waardering, wat onder meer tot uiting werd gebracht met een [[standbeeld|beeldje]] dat in 1991 werd onthuld in [[Muiderberg]], ter nagedachtenis aan het tientje.