Filips van Marnix van Sint-Aldegonde: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Label: Misbruikfilter: Leeghalen
A. ter Hoek (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 83.87.143.13 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door 82.161.49.70
Regel 26:
[[Bestand:Armoiries Philippe de Marnix.svg|right|thumb]]
 
==Levensloop==
silver is mooi
[[Bestand:Hugo-de-Groot-Nederlandtsche-jaerboeken MG 0179.tif|thumb|Filips van Marnix van Sint-Aldegonde]]
Marnix stamde uit een geslacht van magistraten uit het dorpje [[Marnix]] in de [[Savoye (land)|Savoye]], die in dienst van [[Margaretha van Oostenrijk (1480-1530)|Margaretha van Oostenrijk]] naar de Nederlanden waren gekomen. Hij was de broer van [[Jan van Marnix]], heer van [[Toulouse-le-Château|Toulouse]]. Hijzelf erfde van zijn ouders in 1558 de heerlijkheid [[Mont-Sainte-Aldegonde|Sint-Aldegonde]] in het [[graafschap Henegouwen]]. In 1578 kocht hij in het [[graafschap Zeeland]] ook de [[ambachtsheerlijkheid]] [[West-Souburg]], samen met de resten van het bijhorende kasteel.
 
Marnix studeerde [[theologie]] in [[Leuven (hoofdbetekenis)|Leuven]], [[Parijs (hoofdbetekenis)|Parijs]], [[Dole (Jura)|Dole]], [[Padua (stad)|Padua]] en [[Genève (stad)|Genève]]. In de laatste stad studeerde hij bij [[Johannes Calvijn|Calvijn]] en [[Theodorus Beza|Beza]] en werd hij een overtuigd [[calvinisme|calvinist]]. Hij sloot zich in 1565 aan bij het [[Eedverbond der Edelen]]. Na de [[Beeldenstorm]] (augustus 1566) vluchtte hij naar [[Bremen (stad)|Bremen]], nadien naar [[Oost-Friesland]] waar hij diverse [[polemiek|polemische]] stukken uitgaf. Het bekendste daarvan is ''De Byencorf der H. Roomsche Kercke'' (1569), een felle [[satire]] op de [[Rooms-Katholieke Kerk]], dat tot het jaar 1761 ten minste 23 drukken beleefde.
 
Vanaf 1571 was hij in dienst van Willem van Oranje, wiens overgang tot het calvinisme hij bevorderde. Marnix werd een belangrijke medewerker van Willem, en voerde veel diplomatieke missies uit voor ''De Zwijger''. Bij de [[Eerste Vrije Statenvergadering]] te [[Dordrecht (hoofdbetekenis)|Dordrecht]] was hij Willems afgezant. Tijdens de strijd tegen het [[Leger van Vlaanderen]] ("Spanje") ([[Tachtigjarige Oorlog]]) werd hij in 1573 door de "Spanjaarden" gevangengenomen; een jaar later kwam hij vrij na een uitwisseling van gevangenen.
 
In oktober-november 1576 bereidde Marnix de [[Pacificatie van Gent]] voor, waarbij Willems positie in de Nederlanden versterkt werd.
 
Van 1575 tot 1580 werkte Marnix aan een nieuw Nederlands [[Psalter (boek)|psalter]], waarvoor hij de Psalmen Davids rechtstreeks uit het Hebreeuws vertaalde. In 1591 verscheen een tweede gewijzigde druk en na zijn dood een derde. Het werk kon echter de populaire bundel van [[Petrus Datheen]] niet verdringen.
 
In 1583 benoemde Willem hem tot buitenburgemeester van [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] en werd hem opgedragen de stad te verdedigen na de [[Spaanse Furie (Antwerpen)|Spaanse Furie]]. Tegen de "Spaanse" overmacht onder [[Alexander Farnese]] was dit echter een schier onmogelijke opdracht. Als magistraat en militair blonk Marnix niet uit; daartoe miste hij Willems doortastendheid. Er is dan ook enige grond om hem de [[Beleg van Antwerpen (1584-1585)|val van Antwerpen]] (augustus 1585) te verwijten. Marnix ging in die tijd zover ervoor te pleiten de gehele [[Nederlandse Opstand]] te beëindigen, waarna hij bij Willem en de [[Staten-Generaal van de Nederlanden|Staten-Generaal]] wegens "verraad" in ongenade viel.
 
Teruggetrokken op zijn kasteel bij [[West-Souburg]] wijdde hij zich aan het schrijven. De [[Staten van Holland en West-Friesland|Staten van Holland]] droegen hem in 1594 op de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]] te vertalen, waarvoor hij naar [[Leiden (hoofdbetekenis)|Leiden]] verhuisde, maar door zijn overlijden (1598) kon hij die klus niet klaren. Hij is in het koor van de [[Pieterskerk (Leiden)|Pieterskerk]] begraven.<ref>John W. Veerman schrijft in zijn artikel: "Het Marnixvenster" (in: 'De Pieterskerk in Leiden' Zwolle 2011, p. 441 ev) dat reeds in 1663 de erven hun verplichtingen m.b.t. dit graf niet meer nakwamen; dientengevolge is het graf geruimd en datzelfde jaar opnieuw uitgegeven aan Abraham Elsevier.</ref>
 
Marnix van Sint-Aldegonde heeft een belangrijke bibliotheek nagelaten.
 
==Huwelijken en nakomelingen==