Jan Wils (architect): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Gebouwen en terreinen voor gymnastiek, spel en sport
Regel 106:
Daarnaast werd hij in [[1929]] of [[1930]] gevraagd een nieuw onderkomen van de [[Academie voor Lichamelijke Opvoeding]] in Amsterdam te ontwerpen en in 1930 ontwierp hij een gebouw voor de Amsterdamse turnclub Hygiëa, dat anders dan het voorgaande gebouw, ook een zwembad en een roeizaal moest bevatten. Geen van deze ontwerpen werd echter uitgevoerd.
 
In [[1931]] werd hij gevraagd de exploitatiemogelijkheden te berekenen en het stratenplan te ontwerpen van het latere [[Stadion FeijenoordFeyenoord|Feyenoordstadion]] in Rotterdam, maar de opdracht voor het stadion zelf ging uiteindelijk in 1935 naar [[Johannes Brinkman|Brinkman]] en [[Leendert van der Vlugt|Van der Vlugt]]. Met Van der Vlugt had Wils overigens goed contact. Met het FeijenoordstadionFeyenoordstadion had het Olympisch Stadion er een geduchte concurrent bij, waardoor in augustus 1936 begonnen werd de capaciteit van het Olympisch Stadion uit te breiden door middel van een groot betonnen omhulsel, eveneens ontworpen door Wils, waarvan de constructie dit keer wel duidelijk zichtbaar was. Het jaar daarop ontwierp hij samen met de [[Portugal|Portugese]] architect [[Carlos Ramos (architect)|Carlos Ramos]] een stadion met zwembad in [[Lissabon]], dat echter niet uitgevoerd werd. Ook een groot sport- en tentoonstellingscomplex aan het Scheldeplein in Amsterdam (1937) en het ‘Coliseu do Oporto’ (1938-1939), een theaterhotel in [[Porto (stad)|Porto]], werden niet uitgevoerd.<ref>Bergeijk (2007): p. 82-84, 86.</ref>
 
===Vrijmetselarij===