Maarten Harpertszoon Tromp: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 94.209.152.210 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Agaath
→‎Teleurstellingen: komma en spatie toegevoegd
Regel 43:
In de jaren daarna moest Tromp veel tegenspoed verduren. Een seizoen konvooidienst in 1630 leverde maar één Duinkerker schip op. In maart 1631 raakte Tromp slaags met twee Duinkerkers maar merkte toen tot zijn verbijstering dat [[Jasper Liefhebber|viceadmiraal Liefhebber]] hem met zijn ''Prins Hendrik'' voorbij voer zonder assistentie te verlenen. Toen Tromp daarover protesteerde bij de stadhouder en de Staten-Generaal, bleek dat Liefhebber geheime orders van de admiraliteit gekregen had om voorrang te geven aan de begeleiding van een belangrijk konvooi. Om het goed te maken gaf men Tromp een vierde gouden keten, hoewel het gevecht niets had opgeleverd. In oktober van dat jaar werd Liefhebber zwaar ziek en raadde de Staten-Generaal aan Tromp tot waarnemend viceadmiraal te benoemen. Liefhebber genas weer voordat Tromp deze functie op zich kon nemen. In november liep de ''Draeck'' door een loodsfout op een zandbank bij Vlissingen en verging. Tromp moest hierdoor zes maanden aan wal blijven. Er waren twee zware schepen in aanbouw: ''[[Aemilia (vlaggenschip)|de Aemilia]]'' en de ''Maeght van Dordrecht'' die als eerste klaar zou zijn; dit laatste schip werd aan Tromp toegezegd. Deze voorkeursbehandeling werd de admiraals echter te gortig. Van Dorp had Tromp alleen de ''Draeck'' gegund in afwachting van een eigen beter [[vlaggenschip]]; nu wilde hij niet langer wachten en ook geen tweede viool gaan spelen met Tromp als [[vlaggenkapitein]]. Uiteindelijk zou Van Dorp de ''Aemilia'' krijgen, Liefhebber de ''Maeght van Dordrecht'' en Tromp de oude ''Prins Hendrik''. De jaren 1632 en 1633 verliepen zonder duidelijke successen, onder meer door politieke conflicten over de vraag of de hoofdtaak van de vloot de konvooidienst of de blokkade moest zijn.
 
Op 20 november [[1633]] overleed Tromps eerste vrouw; hij zou nog kapitein worden van het nieuwe schip de ''Swarte Leeuw'', maar verliet de marine plotseling op 30 mei [[1634]] en hertrouwde op 12 september 1634 met Alijth Jacobsdochter Arckenboudt, een in 1602 geboren dochter van een schepen en belastingontvanger uit Den Briel. Tromp werd [[diaken]] bij een kerk in Rotterdam.
 
[[File:Portretbuste van Maarten Tromp.jpg|thumb|Bronzen buste van Maarten Tromp in het [[Marinemuseum (Den Helder)]]]]
 
=== Druk om voor de vierde maal in zeedienst te gaan ===
Het verlies van haar beste kapitein zat de Admiraliteit van Rotterdam helemaal niet lekker. Dat werd nog verergerd door een onverwachte crisis in augustus 1635; de Duinkerker kaperadmiraal [[Jacques Colaert]] glipte met twintig schepen langs de blokkadevloot en nam 89 haringbuizen. In de Hollandse steden brak een oproer uit en het huis van Liefhebber werd bijna geplunderd. In de nacht van 27 september werd Tromp door een delegatie van de Staten van Holland letterlijk van zijn bed gelicht. Ze voerden hem die ochtend naar de [[antichambre]] van, de afwezige, Frederik Hendrik bij de Statenzaal in Den Haag en poogden hem met smeekbeden, vleierijen en een beroep op zijn vaderlandsliefde hun aanbod te laten aanvaarden: Tromp zou viceadmiraal worden bij de Admiraliteit van de Maze, de ''Aemilia'' als vlaggenschip krijgen en een achterstallige rekening van 14.661 guldens aan victualiëngelden ("kostpenningen") zou meteen voldaan worden. Tromp weigerde echter, ook na een nieuw verzoek op 3 oktober waarvoor de Staten letterlijk carte-blanche hadden gekregen van de stadhouder — hij zond ze een lege ondertekende commissiebrief die ze zelf konden invullen; als ze wilden, mochten ze Tromp ook luitenant-admiraal maken — met als argument dat hij het Liefhebber en Van Dorp niet kon aandoen ''om met haere respective schepen in see te gaen ende haerluyden tot spott van de geheele werelt aen lant te laten wandelen''. Van Dorp zei hierop: ''Soo Tromp dat versouck ende presentatie hadde aengenoemen, soude hem in 't schip comende de beenen aen stucken slaen''.