Geschiedenis van Polen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 22:
 
== Geschiedenis 966-1572 ==
De staatsvorming was in handen van een aantal verwante vorstengeslachten, de zogenaamde [[Piasten]], die regionaal het gezag uitoefenden over de lagere adel. In 956 trouwde de Piast [[Mieszko I]] met de zuster van de [[Hertogdom Bohemen|hertog van Bohemen]] en in [[966]] na Christus bekeerde vorst [[Mieszko I]] zich tot het [[christendom]]. Hierdoor plaatste hij zich onder de bescherming van de paus. Zijn bekering tot het christendom leek voornamelijk politiek te zijn. [[Otto de Grote]], keizer van het [[Heilig Roomse Rijk]] had zijn rijk al uitgebreid tot aan de Oder en zou zonder de bekering van Mieszko I diens heidens rijk hebben willen kerstenen en inlijven. Miezsko I was dus de enige die tegen deze bedreigingen kon optreden en hij verenigde de verschillende [[Slavische volkeren|Slavische]] stammen op de laagvlakte tussen de rivieren [[Oder]] en [[Wisła (rivier)|Wisła]] (Vistula, Weichsel). Zijn zoon, [[Koning (titel)|koning]] [[Bolesław de Dappere]] werd tot eerste koning gekroond van Polen, een aanduiding afkomstig van het Slavische woord ''Pole'', hetgeen veld of vlakte betekent.
De staatsvorming was in handen van een aantal verwante vorstengeslachten, de zogenaamde Piasten, die regionaal het gezag uitoefenden over de lagere adel.
In 956 trouwde de Piast Mieszko I met de zuster van de hertog van Bohemen en in [[966]] na Christus bekeerde vorst [[Mieszko I]] zich tot het [[christendom]]. Hierdoor plaatste hij zich onder de bescherming van de paus. Zijn bekering tot het christendom leek voornamelijk politiek te zijn. Otto de Grote, keizer van het Heilig Roomse Rijk had zijn rijk al uitgebreid tot aan de Oder en zou zonder de bekering van Mieszko I diens heidens rijk hebben willen kerstenen en inlijven. Miezsko I was dus de enige die tegen deze bedreigingen kon optreden en hij verenigde de verschillende [[Slavische volkeren|Slavische]] stammen op de laagvlakte tussen de rivieren [[Oder]] en [[Wisła (rivier)|Wisła]] (Vistula, Weichsel). Zijn zoon, [[Koning (titel)|koning]] [[Bolesław de Dappere]] werd tot eerste koning gekroond van Polen, een aanduiding afkomstig van het Slavische woord ''Pole'', hetgeen veld of vlakte betekent.
 
[[Bestand:MieszkoDagome.jpg|thumb|left|150px|Mieszko I. Een geïdealiseerd 20e-eeuws portret. Er zijn geen portretten uit die tijd bewaard gebleven.]]
 
Al onmiddellijk werd het centrale gezag op de proef gesteld door een heidense opstand onder leiding van de lagere adel die de centraliserig[[centralisme|centralisering]] niet kon aanvaarden. Na hun nederlaag bleef het koninkrijk instabiel. Te grote expansieneigingen breidden het koninklijk gezag korte tijd uit over [[Bohemen]] en [[Pommeren (streek)|Pommeren]], en zelfs westwaarts tot over de [[Oder]], maar dat vergde te veel organisatiekracht. Bohemen, inmiddels ook een [[Koninkrijk Bohemen|koninkrijk]], wist de piasten van [[Silezië]] tot een oriëntatie op [[Praag]] te bewegen, terwijl [[Hertogdom Pommeren|Pommeren]] zich de status van autonoom [[Hertogdom Pommeren|hertogdom]] toekende. Omdat Bohemen deel van het Duitse Rijk was en Pommeren om zijn zefstandigheid te garanderen de Duitse keizer ook als leenheer aanzocht, werden beide gebieden gaandeweg onderdeel van de Duitse cultuurwereld.
 
De grenzen van het koninkrijk[[Koninkrijk Polen (1025-1385)|Koninkrijk Polen]] van de Piasten, de nakomelingen van Mieszko I, verschilden niet al te veel met die van het huidige Polen. Hoofdstad was aanvankelijk de stad [[Gniezno (stad)|Gniezno]], maar omstreeks 1100 werd die verplaatst naar [[Krakau]]. Latere koningen slaagden er echter niet in de eenheid van het land te bewaren. De gewoonte bestond jongere zonen te benoemen tot [[hertog]] over een deel van het land, omdat het in de [[middeleeuwen|middeleeuwse]] omstandigheden moeilijk was een centraal gezag uit te oefenen over een zo groot gebied. Dat leidde dan vaak tot onderlinge oorlogen over de opvolging. In de 12e eeuw valt het land daardoor geleidelijk uiteen, eerst in de vijf deelvorstendommen [[Hertogdom Groot-Polen|Groot-Polen]] (rondom [[Poznań (stad)|Poznań]]), [[Hertogdom Pommeren|Pommeren]] (de zeekust), [[Hertogdom Mazovië|Mazovië]] (rondom Warschau), [[Klein-Polen]] (rondom Krakau) en [[Silezië]]. Later zouden sommige van die deelvorstendommen op hun beurt worden opgedeeld, zodat Polen omstreeks 1240 uit tien vorstendommen bestond, die weinig vermogen hadden tot gemeenschappelijke actie. De piastengeslachten in Silezië en de hertogen van Pommeren speelden vanaf de 13de eeuw geen rol meer in de Poolse machtverhoudingen en verwikkeligen. Zij zochten definitief hun plaats in het Duitse, zogeheten Heilige Roomse Rijk. Zeker nadat in 1242 een invasie van de [[Mongolen]] verschrikkelijke verwoestingen had aangericht en het Poolse koninklijk gezag daar niet tegen opgewassen bleek.
 
De piastengeslachten in Silezië en de hertogen van Pommeren speelden vanaf de 13de eeuw geen rol meer in de Poolse machtverhoudingen en verwikkeligen. Zij zochten definitief hun plaats in het Duitse, zogeheten Heilige Roomse Rijk. Zeker nadat in 1242 een invasie van de [[Mongolen]] verschrikkelijke verwoestingen had aangericht en het Poolse koninklijk gezag daar niet tegen opgewassen bleek.
 
Een van de deelvorsten, [[Wladislaus de Grote]], slaagde er omstreeks 1320 in zijn gezag te doen gelden over de andere deelvorstendommen. Alleen Pommeren en Silezië bleven buiten zijn machtssfeer. Onder zijn zoon [[Casimir III van Polen|Casimir de Grote]] (1333-1370) moderniseerde Polen; de universiteit van [[Krakau]] ([[1364]]) werd opgericht, de economie groeide sterk en het land werd in oostelijke richting uitgebreid met het [[Oekraïne|Oekraïense]] vorstendom Halic ([[Galicië (Oost-Europa)|Galicië]]). Van hem werd gezegd, dat Polen van hout was toen hij koning werd, maar van steen toen hij stierf. In het kader van de modernisering nodigde hij grote aantallen Duitsers en [[Joden]] uit om zich in zijn land te komen vestigen.
 
In 1386 werden [[Koninkrijk Polen (1385-1569)|Koninkrijk Polen]] en [[Grootvorstendom Litouwen]] samengevoegd in [[Unie van Krevo]] tot een gemenebest onder heerschappij van [[Wladislaus II Jagiello van Polen|Władysław Jagiello]], grootvorst van Litouwen, die door zijn huwelijk met kroonprinses [[Hedwig van Polen (-1399)|Hedwig van Polen]] ook koning van Polen werd (1386-1434). Het huwelijk had een duidelijk geopolitiek doel: Polen en Litouwen te verenigen tot een sterk blok, dat zich goed zou kunnen verdedigen tegen de dreiging van de [[Duitse Orde]], die de gehele Oostzeekust beheerste (zie [[Koninkrijk Polen (1385-1569)|Koninkrijk Polen]]).
 
In 1410 behaalde het Pools-Litouwse leger in de [[Slag bij Grunwald]] een grote overwinning op de [[Duitse Orde]].