Kinkhoest: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
1 bron(nen) gered en 0 gelabeld als onbereikbaar #IABot (v1.5beta)
Volledige artikeltekst ipv weblinks
Regel 30:
 
==Epidemiologie van kinkhoest in Nederland==
Hoewel zeer ernstige gevolgen dus wel degelijk kunnen voorkomen moet de kans hierop ook weer niet worden overschat. In de jaren 1996 tot en met 1999 overleden in Nederland in totaal acht kinderen aan kinkhoest,<ref>{{Aut|Greeff SC de ; Melker HE de ; Schellekens JFP ; Conyn-van Spaendonk MAE,}} Kinkhoest: een beschrijving en evaluatie op basis van surveillance gegevens in 1999 en 2000. RIVM rapport nr. 128507009</ref> gemiddeld twee per jaar. Vrijwel alle sterfte vond plaats bij kinderen jonger dan een jaar. In diezelfde periode werden er per jaar enige duizenden (tussen de vier- en tienduizend) ontdekte gevallen gemeld. Het aantal niet-ontdekte gevallen is echter zonder twijfel veel groter: men schat op grond van [[antistof]]fenonderzoek bij representatieve steekproeven onder gezonde vrijwilligers dat 1 tot 4 procent van de bevolking per jaar een infectie met [[bordetella pertussis]] doormaakt.
 
==Behandeling==
De bacterie kan worden bestreden met antibiotica, maar op het moment dat de typische hoestbuien gaan optreden leidt een dergelijke behandeling niet meer tot verkorting van de ziekteduur. Wel leidt het tot verkorting van de periode waarin men anderen kan infecteren. Kwetsbare personen in een huishouden waar een geval van kinkhoest is ontdekt, kunnen preventief worden behandeld met antibiotica. [[Erythromycine]] gedurende twee weken is de standaard behandeling. Echter, behandeling gedurende 1 week blijkt even effectief. [[Azithromycine]] en [[clarithromycine]] zijn even effectief als erythromycine, en hebben minder bijwerkingen.<ref name="C">{{Citeer journal |author=Crowcroft NS, Pebody RG. |title=Recent developments in pertussis. |journal=Lancet. |year=2006; |volume=367: |pages=1926-36 |pmid=16765762 |doi=10.1016/S0140-6736(06)68848-X}}</ref> <ref>[https://web.archive.org/web/20131220150809/http://www.infectieziektebulletin.be/defaultSubsite.aspx?id=11990 Diagnostiek en behandeling van kinkhoest]</ref> Azithromycine heeft de voorkeur vanwege de korte kuur van 5 dagen en de stof geeft bovendien minder interacties. Het gaat dan vooral om zuigelingen die nog niet volledig [[vaccinatie|gevaccineerd]] zijn. Het belangrijkste punt van aandacht bij ontdekking van een geval van kinkhoest is dan ook of er zeer jonge, niet of onvolledig gevaccineerde kinderen blootgesteld kunnen zijn; die moeten dan volgens het Nederlands kinkhoestprotocol liefst preventief worden behandeld en hun vaccinatieserie (eventueel versneld) afmaken. De ziekte is in Nederland aangifteplichtig.
 
De hoest zelf is nauwelijks te behandelen. Soms worden [[antihistaminicum|antihistaminica]], [[corticosteroid]]en of luchtwegverwijders ([[salbutamol]]/Ventolin) gegeven. De effectiviteit is echter (zeer) gering.<ref>{{Citeer journal |author=Pillay V, Swingler G. |url=http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/14651858.CD003257/abstract |title=Symptomatic treatment of the cough in whooping cough |journal=Cochrane Database Syst Rev. |year=2003 |issue=4 |pages=CD003257 |doi=10.1002/14651858.CD003257}}</ref>
Cochrane Database Syst Rev. 2003;(4):CD003257.</ref>
 
==Vaccinatie==
Regel 42 ⟶ 41:
 
Omdat de bacterie waartegen wordt ingeënt niet meer identiek is aan de bacterie die de meeste besmettingen veroorzaakt,<ref name="Tienerziekte">NU.nl, "[http://www.nu.nl/gezondheid/2090784/kinkhoest-tienerziekte-geworden.html Kinkhoest is tienerziekte geworden], 28 september 2009</ref> komen betrekkelijk veel gevallen toch bij gevaccineerde personen voor. De ziekte verloopt dan wel duidelijk milder. De bijwerkingen die kunnen optreden leiden niet tot blijvende lichamelijke of geestelijke invaliditeit. Vaccinatie (in de vorm van het [[DKTP-vaccin]]) geeft een bescherming van ongeveer 90% gedurende een aantal jaren.
Vanaf 1 juli 2001 krijgen vierjarigen in Nederland een inenting met een vernieuwd vaccin tegen kinkhoest, in verband met deze afgenomen effectiviteit. Het betreft het zogenaamde [[acellulair kinkhoestvaccin]]. De inenting gold in eerste instantie voor kinderen die zijn geboren vanaf 1 januari 1998 en vanaf 2005 voor alle vaccinaties. Door dit nieuwe type vaccin dat onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma is, is het aantal gevallen van kinkhoest onder zeer jonge kinderen fors afgenomen. De piekleeftijd ligt anno 2009 tussen de 10 en 14 jaar. Dit betreft precies het cohort kinderen dat nog met het oude, tegenwoordig minder effectieve, vaccin is ingeënt.<ref name="Tienerziekte"/> Ook is er nu bekend dat de immuniteit bij vaccinatie, ongeacht de cellulaire of acellulaire vaccin niet levenslang is. De beschermingsduur van de verschillende kinkhoestvaccins is wisselend en varieert van 4 tot circa 12 jaar. <ref>Mededeling [[RIVM]]: [http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Algemeen_Actueel/Uitgaven/Infectieziekten_Bulletin/Jaargang_23_2012/November_2012/Inhoud_november_2012/Kinkhoestvaccin_ook_ge%C3%AFndiceerd_voor_volwassenenKinkhoestvaccin_ook_ge_ndiceerd_voor_volwassenen Kinkhoestvaccin ook geïndiceerd voor volwassenen?] (14 november 2012)</ref>Uiteraard verschilt dat per individu. Immuniteit verkregen door infectie met de bacterie kan zelfs tot 20 jaar bescherming geven.<ref>{{Citeer journal |author=Wendelboe, Aaron M.; Van Rie, Annelies; Salmaso, Stefania; Englund, Janet A. |url=http://journals.lww.com/pidj/Abstract/2005/05001/Duration_of_Immunity_Against_Pertussis_After.11.aspx |title=Duration of Immunity Against Pertussis After Natural Infection or Vaccination |journal=The Pediatric Infectious Disease Journal |year=2005 |volume=24 |issue=5 |pages=S58-S61 |doi=10.1097/01.inf.0000160914.59160.41}}</ref> In 2012 liep het aantal besmettingen opeens weer sterk op.<ref>Medeling RIVM: [http://www.rivm.nl/Bibliotheek/Algemeen_Actueel/Nieuwsberichten/2012/Toename_aantal_besmettingen_kinkhoest Toename aantal besmettingen kinkhoest] (20 oktober 2016)</ref>
 
In het recente verleden heeft een toenemend aantal ouders hun kinderen niet laten inenten tegen kinkhoest omdat het vaccin soms aanleiding gaf tot vrij hevige koortsreacties, koortsstuipen en andere ziekteverschijnselen. Ook bestond bij ouders de vrees dat vaccinatie kan leiden tot blijvende epilepsie. Hoewel gevallen van een eerste epileptische aanval na vaccinatie inderdaad beschreven zijn,{{Bron?||2017|02|01}} wordt vermoed dat het hier kinderen betrof bij wie reeds een natuurlijke aanleg voor epilepsie aanwezig was.{{Bron?||2009|09|30}} Niet vaccineren heeft geleid tot een toename in het aantal gevallen van kinkhoest, waarvan sommige met dodelijke afloop. Het in 2001 geïntroduceerde acellulaire kinkhoestvaccin wordt minder geassocieerd met de genoemde bijwerkingen.
Regel 57 ⟶ 56:
 
{{Appendix|2=
* {{Citeer journal |author=Versteegh FGA, Schellekens JFP, Fleer A, Roord JJ. (|year=2005). "|title=Pertussis: a concise historical review including diagnosis, incidence, clinical manifestations and the role of treatment and vaccination in management.". |journal=Rev Med Microbiol |volume=16 (|issue=3): |pages=79–89.}}
{{References}}
* Versteegh FGA, Schellekens JFP, Fleer A, Roord JJ. (2005). "Pertussis: a concise historical review including diagnosis, incidence, clinical manifestations and the role of treatment and vaccination in management.". Rev Med Microbiol 16 (3): 79–89.
}}
{{Commonscat|Pertussis}}