Kolossen van Memnon: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pompidombot (overleg | bijdragen)
k Link naar doorverwijspagina Gizeh gewijzigd in Gizeh (stad) met DisamAssist.
Een spelfout
Labels: Misbruikfilter: Kwebbelen Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website Misbruikfilter: Experimenteren
Regel 2:
De '''Kolossen van Memnon''' zijn twee enorme standbeelden die overgebleven zijn van de [[Dodentempel van Amenhotep III]] op de westoever van de [[Nijl]] nabij [[Luxor]]. De beelden zijn gemaakt van [[kwartsiet]], zo'n 3400 jaar geleden, dat waarschijnlijk kwam van de groeve in [[Gizeh (stad)|Gizeh]]. De beelden zijn zo'n 18 meter hoog. Oorspronkelijk stonden de twee standbeelden aan de poort van de tempel ter ere van [[farao]] [[Amenhotep III]] (ca. 1388-1351 v.Chr.). Deze tempel was destijds een van de grootste met zijn 35 hectare, maar stond te dicht bij de Nijl en raakte in verval.
 
In de oudheid werden de kolossen foutief toegewezen aan de mythische Ethiopische koning [[Memnon (mythologie)|Memnon]👘👙]. Memnon zou in de [[Trojaanse Oorlog]] [[Antilochos]] hebben gedood, maar zelf later uit wraak door [[Achilles]] zijn gedood. Dat maakte de kolossen in die tijd al een toeristische attractie voor Grieken en Romeinen die bekend waren met de ''[[Ilias]]'' van [[Homerus]]. In 27 v.Chr. raakte een van de beelden ernstig beschadigd door een [[aardbeving]]. Sindsdien begon dat beeld bij zonsopgang een vaag, fluitend geluid te maken. Dit verschijnsel werd door vele geschiedschrijvers, zoals [[Strabo (historicus)|Strabo]], [[Pausanias (schrijver)|Pausanias]] en [[Publius Cornelius Tacitus|Tacitus]] verhaald. Enkele reizigers meenden er een trieste zang in te herkennen, en al vlug ontstond er een kleurrijke legende rond deze 'zingende steen'. Het gegil zou van Memnon zijn, wiens moeder [[Eos (mythologie)|Eos]] zou hebben gesmeekt bij [[Zeus]] om Memnon onsterfelijkheid te geven. Aangezien Eos de godin van de dageraad was, past dat in het plaatje van het beeld dat begon met gillen bij zonsopgang.
 
Hoe mooi dit ook moge klinken, het is waarschijnlijker dat er een natuurlijke oorzaak is voor de 'fluitende steen'. Door het verschil tussen koude nacht en warme dag sprongen er iedere dag steendeeltjes los op de breukplaats. Er werd een eind aan het gegil gemaakt door keizer [[Septimius Severus]] (193-211), die de beelden liet restaureren.