Acrobatische gymnastiek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 2A02:1810:41D:4500:709C:DCEE:D9CE:73A8 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Rode raaf
Geen bewerkingssamenvatting
Labels: Misbruikfilter: Kwebbelen Misbruikfilter: Leeghalen
Regel 1:
Acro (Acrobatische gymnastiek of acrogym) is moeilijk te beschrijven, je moet het met je eigen ogen kunnen zien. Dan pas ga je begrijpen wat deze prachtige sport inhoudt.
[[Bestand:Wedstrijd acrogym.jpg|thumb|Acrogym]]
'''Acrobatische gymnastiek''' (ook wel '''acrogym''' of '''acro''' genoemd) is een relatief nieuwe sport binnen de [[Gymnastiek (sport)|gymnastiek]]. Kenmerkend is dat acrogym niet individueel wordt beoefend maar in teams. Er zijn verschillende teamsamenstellingen mogelijk.
 
Acro wordt uitgevoerd in verschillende combinaties/teams. In zo'n team/combinatie is er altijd één bovenpartner en zijn er één, twee of drie onderpartners die iets ouder zijn dan de bovenpartner. Bij acro bouwen ze piramides (of torens) op mensen en gooien ze mensen in de lucht, terwijl degene die in ze omhoog gooien salto's en schroeven maakt. Dit maakt de sport nog eens dubbel zo moeilijk en vergt veel concentratie. Bij elke wiebel in een piramide en bij elke scheve of te lage salto kunnen de bovenpartner en de onderpartner(s) vallen, met als gevolg een ernstige kwetsuur. Bij deze sport komt turnen, choregrafie, individuele delen (tumbling) en acrobatiek in voor. Kracht is heel belangrijk, want je moet teamleden/partners kunnen omhoog houden zonder scheef te staan of te vallen. Je moet je partner(s) ook nog eens hoog genoeg kunnen gooien. Lenigheid is zeker even belangrijk als kracht, vooral voor de bovenpartner. Een goede conditie is een noodzaak bij acro, de oefeningen, choreografie en de elementen (delen) die keer na keer zo perfect mogelijk uitgevoerd moeten worden, vergen heel veel van het fysieke gedeelte van de sport, maar ook het mentale. Een groot doorzettingsvermogen komt goed van pas en tegenslagen horen er ook bij.
== Groepen ==
 
 
 
=='''Combinaties/teams'''==
*Dames paar (2 vrouwen)
*Dames trio (3 vrouwen)
*Heren paar (2 mannen)
*Heren groepvier (4 mannen)
*Mix-Mixed paar (een jongen/meisje; de jongen moet altijd de onderpartner zijn)
 
 
 
== '''Niveaus''' ==
1) Recrea -> is het alerlaagste niveau waarbij de liften, sprongen en individuele delen zeer simpel zijn
2) I1 en I2 -> zijn de niveaus voor de jongste gymnasten, waarbij de onderpartners jonger zijn dan 16j
3) A-beloften -> is van 11-16j
2) B-niveau -> het niveau als je nog niet klaar bent voor het A-niveau, maar als je te goed bent of te oud bent voor de lagere niveaus
3) A-niveau -> het hoogste niveau
 
•Er zijn 2 verschillende A-niveaus:
1. De junioren -> in dit niveau zijn nog eens 2 verschillende categorieën: - 12-18j
- 13-19j
2. De senioren -> in dit niveau moet de bovenpartner minimum 15j zijn
 
 
 
=='''Balans''' ==
In acro is balans: piramides/torens bouwen met twee, drie of vier mensen. Deze piramides moeten altijd heel stevig zijn en moet minimum 3 seconden aangehouden worden. Hiervoor moet er veel concentratie zijn, anders wordt het gevaarlijk. Er bestaan heel veel balanselementen (of delen) met verschillende moeilijkheden. Hoe moeilijker de elementen, hoe hoger de moeilijkheid, hoe meer punten het element waard is. Op wedstrijden moet je ook een balans-oefening doen. Dit betekent dat je een oefening met choreografie (dans), individuele delen en alleen maar balanselementen(-delen) moet doen. De choreografie moet origineel, elegant, sierlijk en gelijk uitgevoerd worden, hiervoor krijg je punten op artistiek. Bij de dans moet er ook gezichtsexpressie aanwezig zijn (anders zou het saai overkomen). Hoe beter en steviger het team hun elementen uitvoert, hoe meer kans op een betere score voor technisch/techniek. Techniek/technisch staat op 20, artistiek op 5 en je moeilijkheid hangt af van welke delen/elementen je doet. Na je balansoefening worden dan je punten van artistiek, techniek/technisch en je moeilijkheid omgezet naar een punt op 30. De jury zijn degene die de punten geven.
 
 
 
 
=='''Tempo'''==
In acro is tempo: dat de onderpartner(s) de bovenpartner omhoog gooien terwijl die salto's en schroeven doet. Hiervoor moet(-en) de onderpartner(s) veel kracht hebben. Ze moeten de bovenpartner hoog genoeg gooien om ervoor te zorgen dat hij/zij haar elementen in de lucht kan uitvoeren zonder scheef te gaan of niet genoeg tijd te hebben. De onderpartner(s) moet(en) dus zorgen dat ze gelijk zijn met de bovenpartner en omgekeerd. De bovenpartner zelf moet goede beenspieren hebben om mee te helpen afduwen of springen tijdens de tempo elementen en moet zich heel goed opspannen. Hierbij hoort ook nog eens dat de onderpartners nadat de bovenpartner de salto's heeft uitgevoerd, hij/zij moeten opvangen en de landingen moeten afremmen. Aangezien de bovenpartner toch wel flinke meters omhoog vliegt is het gevaarlijk om alleen te landen op de turnmat. Er bestaan heel veel tempo-elementen met verschillende moeilijkheden. Hier is het ook van toepassing: hoe moeilijker de elementen (of delen), hoe hoger je moeilijkheid, hoe meer punten. Op wedstrijden houdt de tempo-oefening in dat je een choreografie, individuele delen en alleen tempo-elementen mag doen. Ook bij de tempo-oefening moet de choreografie origineel, elegant, sierlijk en gelijk uitgevoerd worden met gezichtsexpressie (artistiek op 5 punten). Hoe hoger, rechter, gecontroleerder de tempodelen uitgevoerd worden en hoe steviger de landingen zijn, hoe groter de kans is dat de punten op techniek/technisch hoog zijn (techniek/technisch op 20 punten). Na de tempo-oefening worden de punten van techniek/technisch, artistiek en de moeilijkheid omgezet naar een score op 30. De jury geeft de punten.
 
 
 
 
=='''Combined'''==
Combined is een oefening waarin zowel tempodelen als balansdelen in zitten. Hierdoor is de combined-oefening ook vrij vermoeiend. Het team moet zeer goed samenwerken en mag hun concentratie niet verliezen. Op wedstrijden wordt de combined-oefening altijd de finale-oefening. Vooraleer je je combined-oefening mag doen moet je ervoor zorgen dat je bij de eerste 6,7 of 8 combinaties/teams bent in de wedstrijd. Om dit te beslissen tellen de jury's de voorafgaande tempo en balans score's op. Wie de allerhoogste score heeft op 60 (30+30), is sowieso door naar de finale en de degene die eronder zitten tot en met de 6e, 7e of 8e plaats zijn ook nog door. De andere teams onder nummer 6,7 of 8 mogen niet deelnemen aan de finale. Bij je combined oefening moeten dus zowel de balansdelen als de tempodelen zo perfect mogelijk uitgevoerd worden. De choreografie moet nog steeds origineel, elegant, sierlijk en gelijk uitgevoerd worden met gezichtsexpressie. De puntentelling hangt af van de wedstrijd waar je aan deelneemt. Op sommige wedstrijden worden de punten vanaf de combined-oefening terug naar nul geleid en op andere wedstrijden gaan de punten gewoon door en staat je totaal score op 80.
 
Een damesduo neemt het tijdens de wedstrijden alleen op tegen de andere damesduo's (in A-niveau). Op de lagere niveaus turnen alle paren tegen elkaar, dit gebeurt alleen in het recreatieve E-niveau. Heren groep en dames trio blijven apart. Er wordt ook geselecteerd op leeftijd, de senioren gaan alleen tegen de senioren en de junioren alleen tegen de junioren.
 
== Niveaus ==
Als eerste is er het recreatief niveau (E-, recrea acro). Dit is het laagste niveau waarbij de liften, sprongen en individuele delen zeer simpel zijn. Dan zijn er de D-, C-, B- en A-niveaus. A is het hoogste niveau. Zoals al vermeld zijn er telkens junioren en senioren in deze niveaus. Om bijvoorbeeld in B-niveau te geraken moeten de delen moeilijk genoeg zijn. Elk deel is een aantal punten waard. Door deze punten op te tellen kan iemand zien of hij voldoende heeft om in B-niveau te geraken. Er zijn ook nog I niveau 1, I niveau 2 en A-beloften. Deze zijn voor de mensen van wie de onderpartners jonger dan 16 zijn. A-beloften is een aanloop naar het A-niveau.
 
== Oefening '''Training'''==
De trainingen houden in dat je eerst samen met iedereen van je club moet opwarmen. Hierna ga je samen met je team naar je coach en beslist de coach of je eerst balans, tempo of combined moet doen. Op training doe je altijd, elke dag, 2-... keer je wedstrijdoefeningen op muziek. Dit is noodzakelijk want alleen van heel veel iets te doen gaat het zonder fouten lukken. Voor dat je je oefening(en) gaat doen warm je de delen van de oefening op (balans of tempo). Voor balans moet je lenigheid op en top zijn, vooral voor de bovenpartner. Meestal duwen de onderpartner(s) hun bovenpartner over spagaat op een blok of op de grond. Hierna warmt de bovenpartner haar elementen op en de onderpartner(s) bereiden hun delen op. Voor tempo hoef je niet altijd eerst je bewegingen die je moet doen te herhalen, maar het kan zeker geen kwaad. Als dat klaar is, gaan ze de delen samen circa 3 tot 5 keer doen. Na de opwarming van de delen wordt de choreografie ook nog herhaald en/of overlopen. Na deze stappen doen ze hun oefening 2, 3, 4 of zelfs meer keer. Als een aantal delen of een stuk choreografie niet goed was in de oefening, moet deze opnieuw goed uitgevoerd worden (2 of 3 keer).
De oefening vindt plaats op een vierkante vloer. Deze 'vloer' is eigenlijk een goed verende mat (meestal blauw of rood) (dezelfde als bij het artistiek turnen en de ritmische gymnastiek van 12 bij 12 meter). De oefening, op muziek (mag niet langer of korter zijn dan 2 min 30 s zijn anders worden er punten afgetrokken) bestaat uit een aantal turnonderdelen en [[choreografie]], aangevuld met [[acrobatiek/liften]] [[gymnastiek (sport)|gymnastiek]]. Deze elementen zijn onderverdeeld in balanselementen, tempo-elementen en individuele elementen.
Een balanselement is bijvoorbeeld hoge handstand, tempo: touch-up → salto rugwaarts. De individuele delen zijn bijvoorbeeld handstand hele draai maar ook tumblingsprongen zoals rondat, flikflak en streksalto.
 
•Partner(s) ziek of kan(kunnen) niet komen:
Een team bestaat uit een onderpartner(s) en een bovenpartner. Hierbij voert de bovenpartner elementen uit en doet de onderpartner als het ware als "turntoestel" na. Dit betekent niet dat de onderpartner alleen sterk hoeft te zijn! Soms tilt of gooit de onderpartner(s) de bovenpartner in een houding waar niet alleen kracht maar bijvoorbeeld ook lenigheid voor nodig is. De bovenpartner en de onderpartner moeten goed op elkaar ingespeeld zijn. De timing is vooral bij tempo-onderdelen van groot belang.
Als de onderpartner(s) niet kan(kunnen) komen naar trainen, moet de bovenpartner conditie, kracht, lenigheid en/of tumbling doen of met iemand anders die ook geen partner heeft (een onderpartner) trainen. deze trainingen zijn meestal het vermoeiendste. De bovenpartner moet dan met behulp van de blokjes/steuntjes al haar balansdelen 50 to 100 keren uitvoeren en meestal met gewichten van een halve kilo, een kilo of meer. Of hij/zij moet zware buikspier-, schouderspier-, beenspier-, rugspier- en/of nekspier-oefeningen doen. De bovenpartner moet ook vaak gaan lopen voor de conditie en om ervoor te zorgen dat ze niet bijkomen, want als de bovenpartner te zwaar wordt, gaat alles moeilijker gaan.
 
Als de bovenpartner niet kan komen naar training moeten de onderpartners vooral kracht, conditie en tumbling doen. Bij kracht horen ook buikspier-, schouderspier-, beenspier-, rugspier-oefeningen, maar zeker ook intense armspier-oefeningen. Ook de onderpartners moeten gaan lopen voor hun uithoudingsvermogen en voor de beenspieren die heel hard nodig zijn in acro.
Als de bovenpartner wil oefenen zonder onderpartner heeft men hiervoor een hulpmiddel, de 'handstandpaaltjes' ook wel paaltjes of de blokjes genoemd. Dit is een houten plaat met twee palen erop. De palen fungeren als nabootsing van armen of benen van de onderpartner(s) zodat de bovenpartner kan oefenen. Zo kunnen steuntjes als hurksteun, hoeksteun, spreidhoeksteun, handstanddraai, krokodil worden geoefend en ook handstanden.
 
Bij balanselementen wordt er een houding aangenomen die minimaal drie seconden moet worden aangehouden, bij tempo-elementen wordt de bovenpartner geworpen, waarbij deze bijvoorbeeld een [[salto (gymnastiek)|salto]] maakt. Normaal gesproken wordt er een combinatieoefening uitgevoerd, bij hogere niveaus is er een aparte balansoefening en tempo-oefening. Op het hoogste niveau, de A-lijn, worden er drie oefeningen getoond. Alle drie met dans en individuele turnelementen, maar een oefening heeft alleen tempo-elementen, een ander alleen balanselementen en een derde oefening kent zowel balans- als tempo-elementen.
== Wedstrijd ==
Tijdens een wedstrijd worden de oefeningen op muziek getoond aan een jury. Deze jury geeft cijfers voor moeilijkheid, technische uitvoering en artisticiteit. Een oefening bestaat uit tempo-elementen, statische balansdelen, dans, ballet, lenigheid en gronddelen. Van de oefening kan een salto of [[Schroef (gymnastiek)|schroef]], uitgevoerd door de bovenpartner met steun van de onderpartner, deel uitmaken. Er dienen ook individuele elementen zoals een [[radslag]] of een salto in verwerkt te zijn. Niet alleen de elementen tellen mee met de punten telling maar ook de dans en de individuele elementen.
 
=='''Trainingsuren'''==
== Contactsport ==
De trainingsuren per week hangen af van waar je acro doet.
Het is de bedoeling dat men als team gezamenlijk op muziek de oefening maakt. Men raakt elkaar als partner aan binnen de oefeningen, zowel hand-handcontact, als hand-voetcontact, als voet-voetcontact tussen de partners onderling. Ook kan er gesteund worden op andere lichaamsdelen zoals op de heupen of bovenbenen. Echter, in de dans gaan de partners vaak uit elkaar. Ook in de tempo-onderdelen moet de bovenpartner een moment los komen van de onderpartner, anders telt dit onderdeel niet voor de moeilijkheidswaarde.
In België liggen de trainingsuren van deze clubs het dichtste bij elkaar, rond de 17 à 20u per week: - TK Werchter
<!--Geen individuele clubs vermelden; dat zouden er veel te veel worden.-->
- APG
- Sportac'86 Deinze
- OTM Gent
- ...
 
Bij Topsport acro in Gent zijn is het 28u à 30u per week.
[[Categorie:Gymnastiek naar discipline]]