Walter Guinness: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Moordaanslag: Yitzhak Shamir |
aanv.; onder zie ook alleen direct gerelateerde zaken |
||
Regel 11:
Guinness was lid van de Liberale Unionisten en vanaf 1912 van de [[Conservative Party|Conservative and Unionist Party]]. Van 1907 tot 1931 was hij voor het kiesdistrict [[Bury St Edmunds]] afgevaardigde in het [[Lagerhuis (Verenigd Koninkrijk)|Lagerhuis]]. In 1922 werd Guinness in de Britse regering opgenomen als staatssecretaris in het Ministerie van Oorlog, vanaf 1924 in het Ministerie van Financiën en in 1925 als minister van Landbouw. In deze tijd sloot hij een persoonlijke vriendschap met [[Winston Churchill]]. Na de verkiezingsnederlaag van de conservatieven in 1929 trad hij af. In [[1932]] werd Guinness als ''Baron Moyne'' in [[Adel in Groot-Brittannië|Britse adelstand]] verheven. In de jaren dertig wijdde hij zich aan de toestand van de Britse koloniën en bracht enige tijd door in [[Kenia]] en [[Brits-West-Indië]].
Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] was
In mei [[1944]] werden de Britten door de [[Hongarije|Hongaars]]-Joodse [[Joel Brand]] benaderd met een voorstel van [[Adolf Eichmann]] om het leven van 1 miljoen, met name Hongaarse, Joden te sparen in ruil voor de levering van 10.000 vrachtwagens aan [[Nazi-Duitsland]]. Dit voorstel werd mede op aanraden van Guinness afgewezen. Nadat Brand door de Britten was vrijgelaten sloot hij zich bij de ondergrondse [[zionisme|zionistische]] [[Lechi]]-beweging aan. Lechi zag Guinness als hoofdverantwoordelijke voor het sluiten van de Palestijnse grenzen voor Joodse vluchtelingen en de ramp in 1942 met de [[Stroema (schip)|Stroema]], een schip met 700 vluchtelingen die Groot-Brittannië niet wilde opnemen. Volgens Brand had Guinness over het Duitse voorstel gezegd: ''Wat moet ik met 1 miljoen Joden? Waar moet ik ze laten?''<ref>Brand, J. en Weissberg-Cybulski, A. (1958) ''Advocate for the Dead - the Story of Joel Brand''. Londen: Andre Duetsch</ref>
Op 6 november 1944 werden Guiness en zijn chauffeur door twee [[Lechi]]-leden in Caïro vermoord. De aanslag was voorbereid door [[Yitzhak Shamir]], die door de Britten werd opgepakt en gedeporteerd naar Eritrea. De daders werden begin 1945 ter dood veroordeeld en geëxecuteerd. In 1975 werden hun stoffelijke resten naar [[Israël]] overgebracht waarbij Premier [[Yitzhak Shamir]] en president [[Ephraim Katzir|Katzir]] hun opwachting maakten, hetgeen een officieel protest van de zijde van [[Groot-Brittannië]] opleverde.<ref>Israel defends honours for Moyne killers, The Times, 1 juli 1975, pg 1</ref>▼
==
▲Op [[6 november]] [[1944]] werden
{{appendix}}
{{DEFAULTSORT:
[[Categorie:Brits minister]]
[[Categorie:Conservative Party-politicus (Verenigd Koninkrijk)]]
[[Categorie:Lid van het House of Commons (Verenigd Koninkrijk)]]
[[Categorie:Vermoord persoon]]
|