Soort: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 95.97.119.186 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Rode raaf
Regel 4:
Wanneer men spreekt van een soort is dit vaak tot op zekere hoogte arbitrair, verschillende deskundigen kunnen hierover van mening verschillen. Behalve op [[Morfologie (biologie)|morfologische]] en [[Anatomie|anatomische]] kenmerken in de gehele [[levenscyclus]] van een organisme kan men tegenwoordig bij recente soorten -die dus niet slechts [[fossiel]] bekend zijn- ook afgaan op verschillen die alleen met de juiste apparatuur te bepalen zijn, zoals de volgorde van [[Aminozuur|aminozuren]] in [[Proteïne|eiwitten]] of de [[Nucleotide|basenvolgorde]] in [[Desoxyribonucleïnezuur|DNA]] en [[Ribonucleïnezuur|RNA]] in [[celkern]]en, [[mitochondrion]] of [[plastide]]n.
 
== Historische ontwikkeling van het soortconcept ==
=== Tot circa 1800 ===
In de vroegste wetenschappelijke werken was een soort gewoon een individu dat stond voor een groep nagenoeg identieke organismen die in een of meer kenmerken verschilden van andere organismen; er werden geen groepskenmerken expliciet gemaakt.
 
De eerste die een functioneel concept van een soort gaf was [[John Ray]]. Hij gaf in 1686, in ''Historia plantarum'' de volgende biologische definitie van een soort:
 
{{Cquote|'''Over de verschillende soorten (zoals ze dat noemen) van planten'''
Want net zoals bij dieren het onderscheid tussen de seksen niet voldoet om aan te tonen dat het verschillende soorten zijn, omdat beide seksen uit het zaad van dezelfde soort komen, en niet zelden uit dezelfde ouders, ofschoon ze veel en in sommige gevallen opvallend van elkaar verschillen, en het vereist geen ander betoog dat een stier en een vaars, en een man en een vrouw tot dezelfde soort behoren dan dat ze beide zeer vaak voortkomen uit dezelfde ouders of uit dezelfde moeder, zo is er op dezelfde wijze bij planten geen andere zekere aanwijzing van de gelijkheid van soorten, dan dat ze uit het zaad van dezelfde plant voortkomen, hetzij als soort, hetzij als eenling. '''Want zij die in onderscheidende kenmerken van elkaar verschillen, houĦ
 
Teneinde het aantal planten te kunnen bepalen, en er een goede indeling van te maken, is het noodzakelijk dat we een of andere eigenschap zoeken die een onderscheidend kenmerk is van soorten (zoals ze dat noemen). Maar hoewel wij er lang en veel naar hebben gespeurd, deed er zich geen enkele zekerder [eigenschap] voor dan de kenmerken die voortgeplant worden door het zaad. Op welke wijze er derhalve ook verschillen uit dezelfde zaden tevoorschijn komen, hetzij in een eenling, hetzij in een soort van planten, die zijn toevallig en niet soortbepalend. Zij planten namelijk hun kenmerken niet opnieuw uit het zaad voort. ...
 
Want zij die in onderscheidende kenmerken van elkaar verschillen, houden altijd die onderscheidende kenmerken, en deze komen niet voort uit het zaad van de andere, of vice versa.<ref>De volledige Latijnse tekst luidt:{{Cquote|'''De Specifica (ut vocant) Plantarum differentia'''
 
'''Ut Plantarum numerus iniri possit, & earundem divisio recte institui, oportet ut notas aliquas seu indicia specificae (ut vocant) distinctionis investigemus. Nobis autem diu multumque indagantibus nulla certior occurrit quam distincta propagatio ex semine. Quaecunque ergo Differentiae ex ejusdem seu in individuo, seu specie plantae semine oriuntur, accidentales sunt, non specificae. Hae enim speciem suam satione iterum non propagant''': Sic v.g. Caryophyllos flore pleno seu multiplici pro specie distinctis a Caryophyllis flore simplici non habemus, quia ab horum semine ortum suum ducunt, & semine sati Caryophyllis sìmplices iterum edunt. At quae ex eodem specie semine nunquam proveniunt eae demum specificae censendae sunt: aut si inter duas aliquas comparatio instituatur, quae plantae ex alterutrius semine non proveniunt, nec unquam semine satae transmutantur in se invicem, eae demum specie distinctae sunt. Sicut enim in Animalibus sexuum distinctio non sufficit ad speciei diversitatem arguendam, quia sexus uterque ex eodem specie semine, eisdemque non raro parentibus oritur, quamvis multis & insignibus Accidentibus inter se differant; nec Taurum cum Vacca, Virum cum Muliere specie convenire aliud requiritur argumentum, quam utrosque iisdem persaepe parentibus eademve matre ortos esse: sic pariter in plantis convenientiae specificae non aliud certius indicium eft quam ex semine ejusdem plantae seu in specie seu in individuo oriri. '''Nam quae specie differunt speciem suam perpetuo servant, neque haec ab illius semine oritur, aut vice versa.'''|Historia plantarum generalis, 1686, Deel I, Libr. I, Cap. XX, p. 40}} en de volledige, zo letterlijk mogelijke, vertaling (het woord ''"species"'' betekent hier nog niet "soort" maar eerder "type" of "gedaante"): {{Cquote|'''Over de verschillende soorten (zoals ze dat noemen) van planten'''
 
'''Teneinde het aantal planten te kunnen bepalen, en er een goede indeling van te maken, is het noodzakelijk dat we een of andere eigenschap zoeken die een onderscheidend kenmerk is van soorten (zoals ze dat noemen). Maar hoewel wij er lang en veel naar hebben gespeurd, deed er zich geen enkele zekerder [eigenschap] voor dan de kenmerken die voortgeplant worden door het zaad. Op welke wijze er derhalve ook verschillen uit dezelfde zaden tevoorschijn komen, hetzij in een eenling, hetzij in een soort van planten, die zijn toevallig en niet soortbepalend. Zij planten namelijk hun kenmerken niet opnieuw uit het zaad voort''': zo houden we bijvoorbeeld anjers met gevulde dan wel dubbele bloemen niet voor een andere soort dan anjers met enkele bloemen, omdat die hun oorsprong hebben in het zaad, en uit het zaad gezaaid, leveren ze weer enkelvoudige anjers op.
 
Die eigenschappen die uit het zaad van dezelfde soort nooit met verschillen tevoorschijn komen, die zijn daarentegen pas echt als onderscheidende eigenschappen te beschouwen, of als een vergelijking tussen twee [soorten] wordt gemaakt, die planten die uit elkaars zaad niet voortkomen, en omgekeerd uit het gezaaide zaad nooit in elkaar veranderen, dat zijn pas echt verschillende soorten.
 
Want net zoals bij dieren het onderscheid tussen de seksen niet voldoet om aan te tonen dat het verschillende soorten zijn, omdat beide seksen uit het zaad van dezelfde soort komen, en niet zelden uit dezelfde ouders, ofschoon ze veel en in sommige gevallen opvallend van elkaar verschillen, en het vereist geen ander betoog dat een stier en een vaars, en een man en een vrouw tot dezelfde soort behoren dan dat ze beide zeer vaak voortkomen uit dezelfde ouders of uit dezelfde moeder, zo is er op dezelfde wijze bij planten geen andere zekere aanwijzing van de gelijkheid van soorten, dan dat ze uit het zaad van dezelfde plant voortkomen, hetzij als soort, hetzij als eenling. '''Want zij die in onderscheidende kenmerken van elkaar verschillen, houĦhouden altijd die onderscheidende kenmerken, en deze komen niet voort uit het zaad van de andere, of vice versa.'''}}</ref>}}
 
Dit concept gaat ervan uit dat een soort een eenheid is waarvan bij reproductie de kenmerkende eigenschappen in dezelfde gedaante opnieuw tevoorschijn komt. Ray zegt niets over het al dan niet kruisbaar zijn van deze soorten en of ze bij kruising al dan niet vruchtbare nakomelingen voortbrengen.