Erfrecht (Nederland): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Linkfix
Regel 188:
Een onverwachte schuld is een schuld die de erfgenaam niet kende en evenmin behoorde te kennen op het moment dat hij de nalatenschap zuiver aanvaardde. Met de woorden ‘kende en behoren te kennen’ wordt verwezen naar het begrip [[goede trouw]] in het Burgerlijk Wetboek (artikel 3:11 BW). In ieder geval wordt van een erfgenaam verwacht dat hij heeft onderzocht waaruit de nalatenschap bestaat. Hij zal ten minste de administratie van de erflater moeten hebben geraadpleegd. Van schulden die doorgaans uit de administratie van de erflater blijken, zoals hypotheekschulden, debetsaldi van rekeningen-courant, onbetaalde facturen en belastingschulden, wordt in beginsel aangenomen dat een erfgenaam deze kende dan wel behoorde te kennen. In de situatie dat een erflater niet of nauwelijks een administratie voerde, rust op een erfgenaam de verplichting om nader onderzoek te doen naar de schulden van de erflater.
 
Slechts in uitzonderingssituaties zal sprake zijn van een schuld waarvan gezegd kan worden dat een erfgenaam deze redelijkerwijs niet kon kennen. Dit zou bijvoorbeeld een eigen bijdrage Wlz kunnen zijn die erg laat gevorderd wordt. Een ander voorbeeld zou kunnen zijn een eis tot [[schadevergoeding]] uit [[Onrechtmatige daad (Nederland)|onrechtmatige daad]], tijdens zijn leven door de erflater tegenover derden gepleegd. Gelet op de [[Verjaring#Verjaring_in_het_vermogensrecht|verjaringstermijn van een vordering tot vergoeding van schade]] kan een erfgenaam hier tot 20 jaar na het overlijden van de erflater mee worden geconfronteerd. De eventuele verlenging van deze termijn indien de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt een strafbaar feit opleverde waarvoor het recht tot strafvordering niet door verjaring was vervallen is niet van toepassing, omdat dit recht alsnog door de dood van de aansprakelijke persoon is vervallen.
 
== Aanvaarding van een legaat ==