Beurs van Berlage: verschil tussen versies

In 1891 kwam er weer beweging in de zaak. Het College en de Kamer van Koophandel kwamen op 22 januari van dat jaar overeen de beurs te bouwen 'op het thans aangeplempte of, zoo nodig, verder aan te plempen deel van het Damrak'.<ref>Anoniem (17 januari 1891) 'De beurs te Amsterdam', ''De Opmerker'', 26e jaargang, nummer 3, z.p. Zie [http://www.library.tudelft.nl/tresor/books/Architectuur/De_Opmerker/dvd2/mm0_0003/mm0_011a.jpg scan TU Delft]{{dode link|datum=oktober 2017 |bot=InternetArchiveBot }}.</ref> Toen dit voorstel op 25 januari door de raad werd behandeld, werd het echter verworpen. In plaats daarvan koos de raad uit drie oude plannen, het plan Prins, Krasnapolsky, Van Gendt en Werker, het plan Werker, dat een beurs tussen [[Oudebrugsteeg]] en [[Papenbrugsteeg]] inhield en waarvoor een groot aantal huizen aan de Warmoesstraat onteigend moesten worden.<ref>Anoniem (28 februari 1891) 'De beurs te Amsterdam', ''De Opmerker'', 26e jaargang, nr. 9, p. 73. Zie [http://www.library.tudelft.nl/tresor/books/Architectuur/De_Opmerker/dvd2/mm0_0003/mm0_0137.jpg scan TU Delft]{{dode link|datum=oktober 2017 |bot=InternetArchiveBot }}.</ref> Om de zaak nog ingewikkelder te maken werd er tijdens de raadszitting van 4 februari ook op gewezen dat het rapport van de in 1879 benoemde commissie nooit was behandeld, waarna dit rapport alsnog in overweging werd genomen.<ref name=autogenerated1 /> De raad koos uiteindelijk voor plan Werker, maar ook dit plan strandde nadat het onteigeningsplan ervoor in september 1892 door de [[Tweede Kamer der Staten-Generaal|Tweede Kamer]] verworpen werd, waarmee de kans op een boulevard op het Damrak voorgoed verkeken leek te zijn.