Halogeenlamp: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 23:
Naast de, vaak buisvormige, 230 [[Volt (eenheid)|V]]-halogeenlampen is vooral de kleine laagspanningshalogeenlamp (12 V) populair geworden. Bij dit type worden de bovenstaande maatregelen om de gloeidraad te sparen gecombineerd met nog een derde principe: een lamp die op lage spanning werkt heeft (bij hetzelfde vermogen en lengte) een dikkere gloeidraad. Daardoor gaat hij vanzelfsprekend langer mee, of hij kan heter gemaakt worden bij dezelfde levensduur. (Dit geldt overigens voor alle laagspanningslampen, dus niet alleen voor halogeenlampen.)
 
Door dit principe te combineren met het bovenstaande ontstaat een zeer klein lampje met een korte, dikke, gloeidraad, dat nog iets rendabeler is en nog iets witter licht geeft. Nadeel is dat er (bij voeding uit het lichtnet) altijd een [[transformator]] met een [[Voeding (elektronica)|lineaire voeding]] of [[Voeding (elektronica)|schakelende voeding]] nodig is, met de daaruit volgende [[transformator#verliezen|energieverliezen]].
 
Een belangrijk voordeel van dit type lamp is dat hij zo klein is; het licht is gemakkelijk te bundelen. Typen met een ingebouwde (efficiënte) reflector zijn volop te koop. Ze zijn goed geschikt als leeslamp of accentverlichting.