Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 35:
 
==Problemen inherent aan fonologische spelling==
# Talen, en zeker talen die in een grotere taalgemeenschap gesproken worden, vertonen variatie. Als er in die variatie verschillen in de [[klankinventaris]] van een taal zitten, is één consequente fonologische spelling van die taal onmogelijk. Het Nederlands levert wellicht twee voorbeelden van dit probleem. (a):
## De klankinventaris van het zuiden kent het foneem /ɣ/ als in ''gal'' /ɣɑl/, maar grote delen van het noorden kennen het niet: daar beantwoordt aan de zuidelijke /ɣ/ een /x/ en is ''gal'' dus /xɑl/.<ref>Al leidt de /ɣ/ ook in het noorden wellicht nog een marginaal bestaan aan het einde van de stam van een zwak werkwoord als ''vlaggen'', verleden tijd ''vlagde'', niet ''*vlagte'', wat het zou zijn als de stam /vlɑx/ was (Booij 1995:8). Maar dat is de enige plek waar de /ɣ/ wellicht nog voorkomt. (Wellicht: Tops 2008:64–66 bevat een poging om zelfs dit argument te ontkrachten.) Hoe dan ook, de vorm ''vlagde'' is geen reden om de noordelijke uitspraak van een woord als [xɑl] als /ɣɑl/ (noch per se als /xɑl/) te interpreteren. Er zijn dan ook beschrijvingen van het Nederlandse medeklinkersysteem die geen /ɣ/ bevatten, zoals Smith 1992:309.</ref> (b)
## Er wordt al van in de jaren 30 van de vorige eeuw<ref>Van den Berg 1964:16 & noot p. 132.</ref> over gediscussieerd of de klinker van ''de'' dezelfde is als die van ''put'', en de discussie is nog steeds niet beslecht. Het is zeer wel mogelijk dat het antwoord verschilt voor verschillende sprekers. — Het moderne Frans bevat onbetwiste voorbeelden: er zijn Fransen die de fonemen /a:/, /œ̃/ en /ɛː/ (als in respectievelijk ''pâte, brun'' en ''maître'') hebben, maar anderen die ze niet meer hebben en die deze woorden hetzelfde uitspreken als ''patte, brin'' en ''mettre'', met respectievelijk /a/, / ɛ̃/ en /ɛ/.<ref> Dat deze fonemen uit sommige variëteiten van het Frans verdwenen waren, werd al beschreven in Martinet 1965:211–212.</ref>
# Die variatie kan ook inhouden dat er verschillende standaarduitspraken bestaan van hetzelfde woord. In het Nederlands gebeurt dat weinig of niet in beklemtoonde lettergrepen van [[Kernlexicon|erfwoorden]]; wel bv. in het Engels; vergelijk de uitspraak van het werkwoord ''ask'' 'vragen', /ɑ:sk/ en /æsk/. Maar in het Nederlands gebeurt het wel op grote schaal in onbeklemtoonde lettergrepen, met name in de uitgang ''-en'', die als /ən/ of als /ə/ uitgesproken kan worden. Het probleem doet zich ook vaak voor bij leenwoorden. Zo wordt het Engelse leenwoord ''goal'' in het Noorden als /gol/<ref>Trouwens ook als /kol/, maar die uitspraak wordt algemeen als substandaard beschouwd.</ref> uitgesproken, in het zuiden als /ɣol/.
# Zelfs bij uniforme uitspraak van een woord zijn er problemen, omdat de fonologische analyse ervan soms niet evident is, en een fonologische spelling dus niet makkelijk. Een eenvoudig Nederlands voorbeeld: is het voorlaatste foneem van het woord ''dank'' [dɑŋk] een /n/ of een /ŋ/? Welke niet-taalkundige kan die vraag beredeneerd beantwoorden? Een ingewikkelder Nederlands voorbeeld: een spelling als ''(hij) wordt''. Er zijn taalkundige redenen om de laatste twee letters daarvan als fonologische spelling te beschouwen: /d/ is het laatste foneem van /wɔrd/, de stam van ''worden'', /t/ is de uitgang van de 3e persoon van de tegenwoordige tijd, en de [[dt-fout|d/t-regels]] die van de /dt/ in ''wordt'' een [t] maken —/wɔrdt/ klinkt als [wɔrt] — zijn dezelfde als die welke van de /dt/ in bijvoorbeeld ''(het) werd tragisch'' een [t] maken —/wɛrd traɣis/ klinkt als [wɛrtra:ɣis]: een regel die van iedere /dt/ [tt] maakt, en een regel die ervoor zorgt dat we alle dubbele medeklinkers enkel uitsprekenworden uitgesproken. Deze analyse is niet evident, en de spelling die zij met zich meebrengt, is aantoonbaar moeilijk: de frequentie van fouten tegen de ''d-/t''-regels bewijst dat.
 
Gezien deze problemen is het duidelijk dat een ideale fonologische spelling niet bestaat.