Anna Catharina de Lamboy: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
toevoeging van de biografie |
||
Regel 5:
Anna Catharina de Lamboy was de dochter van Guillaume baron de Lamboy, heer van Desseneer, [[Kortessem]], Croonendaal en Wintershoven en Margaretha de Méan. Willem III de Lamboy, haar broer, vergaarde als veldmaarschalk bij het Keizerlijk leger in het verslagen Bohemen enorme rijkdom tijdens de dertigjarige oorlog.<ref>[[:de:Guillaume de Lamboy|Guillaume de Lamboy]] op de Duitstalige Wikipedia </ref>
Deze abdis mag men beschouwen als één van de grote ''bouwvrouwen'' van de abdij. Tijdens haar ambtsperiode liet zij de enorme [[tiendschuur]] (1656), de [[infirmerie]] (ziekenhuis) (1658) en een deel van de hoevegebouwen met de twee hoektorens (1669) bouwen. Ze gaf aan [[Jean Del Cour]] opdracht om een altaar te vervaardigen voor de abdijkerk dat nu te zien is in de [[Virga Jessebasiliek]]. Tijdens het bestuur van deze abdis werd de [[atlas (naslagwerk)|atlas]] in vijf delen van de goederen van de abdij vervaardigd. Alle gronden werden opgemeten en in kaart gebracht door landmeter Peter Meysman uit [[Aalst (Oost-Vlaanderen)|Aalst]].<br>
In 1675 liet zij de Antwerpse [[beeldhouwer]] [[Artus Quellinus de Jonge]] voor haar een [[praalgraf]] bouwen in de abdijkerk van Herkenrode. Na de ontmanteling van deze kerk, die ook als [[mausoleum]] voor de graven van [[Loon-Plage|Loon]] diende, vond dit grafmonument een plaats
==[[Wapen (heraldiek)|Wapen]] en [[Wapenspreuk|devies]]==
| |||