Zwarte specht: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Ecologie: stofkam |
commentaar Zanaq (juveniel = niet onzijdig) |
||
Regel 19:
| afbeelding2tekst = Filmopnames in de [[Hollandsche Rading]] van een mannetje dat een nestholte uithakt en uit een [[phytotelma]] drinkt
}}
De '''zwarte specht''' (''Dryocopus martius'') is een [[standvogel]] die voorkomt in het noordelijk [[Palearctisch gebied]]. In [[Europa (werelddeel)|Europa]] is het de grootste specht en de enige vertegenwoordiger van het [[Geslacht (biologie)|geslacht]] ''[[Dryocopus]]''. Hij is eenvoudig te herkennen aan zijn grote formaat, zijn zwarte [[verenkleed]] met rode kopkap en zijn typische roep. Deze opvallende kenmerken spreken sinds de [[klassieke oudheid]]
Het ideale leefgebied van de zwarte specht bestaat uit volgroeide [[Bos (vegetatie)|bossen]] met voldoende [[coniferen]]. Hier jaagt hij op [[mieren]], [[kevers]] en keverlarven, die hij uithakt uit boomstammen. In de winter is hij vooral aangewezen op mierenhopen en mieren die leven in houtopslagen. Elk broedjaar hakt de zwarte specht een nieuwe nestholte uit. Oude nesten worden in gebruik genomen door allerlei [[vogels]] en [[zoogdieren]], waardoor de zwarte specht een belangrijke rol speelt in het [[ecosysteem]] van zijn [[habitat]]. Dankzij de aanplant van [[productiebos]]sen heeft hij zijn [[verspreidingsgebied]] aanzienlijk uit kunnen breiden en komt hij sinds het begin van de 20e eeuw ook in [[Nederland]] en [[België]] voor.
Regel 35:
=== Juveniel ===
[[Bestand:Dryocopus_martius_03.jpg|thumb|Vliegvlugge mannelijke juveniel; de rode koptekening is al helemaal aanwezig, maar de [[Iris (anatomie)|iris]] is nog blauwzwart en de snavel effen gekleurd]]
=== Onderscheid met andere soorten ===
Regel 101:
De nestholte wordt in een zoveel mogelijk vrijstaande boom gehakt, zodat de spechten er vrij in en uit kunnen vliegen en de omgeving vanuit het vlieggat goed kunnen overzien. Hiervoor prefereert de zwarte specht een oude boom met een stamdiameter van minstens veertig centimeter. Indien aanwezig hebben bomen op hellingen en in de buurt van water de voorkeur. De zwarte specht nestelt het meest in [[Beuk (boom)|beuken]], daar deze duurzaam zijn en vaak een hoog en breed bladerdak hebben. Andere bomen waarin nestholtes van de zwarte specht zijn aangetroffen zijn [[eik]]en, [[populier]]en, [[Fraxinus|essen]], [[Els (geslacht)|elzen]] en naaldbomen als [[fijnspar]]ren, [[grove den]]nen en [[zilverspar]]ren.{{Refn|group=*|Een studie in [[Baden-Württemberg]] telde 379 nestholtes, waarvan 185 in [[Beuk (boom)|beuken]], 113 in [[zilverspar]]ren, 52 in [[zwarte den]]nen, 28 in [[spar]]ren en een in een [[gewone esdoorn]].<ref>{{aut|Jochen Hölzinger, Ulrich Mahler}}, p. 420</ref>}} In driekwart van de gevallen wordt het nest in een levende boom gehakt. Een boom waarvan de kern is aangetast door houtrot lijkt ook een voorkeur te hebben. De zwarte specht is door het bekloppen van de bast in staat om te ontdekken waar rotte plekken zich bevinden en op welke plekken deze het dichtst tegen de [[bast]] liggen.<ref>{{de}} Waldwissen.net: [http://www.waldwissen.net/wald/tiere/voegel/lwf_schwarzspecht_faeule/index_DE Der Schwarzspecht – Zeiger oder Verursacher von Stammfäulen?]</ref>
Voordat de broedperiode is begonnen is de zwarte specht opmerkelijk verdraagzaam tegenover [[Nestconcurrentie|nestconcurrenten]], ook als deze kleiner of minder weerbaar zijn. Een nieuw uitgehakt nest is eenvoudig op te sporen door de stapel houtkrullen onderaan de stam.<ref name="wwh">{{en}} What-when-how.com: [http://what-when-how.com/birds/black-woodpecker-birds/ Black Woodpecker (Birds)]</ref> De nestholte wordt
=== Broedsel ===
|