Gebruiker:Duivelwaan/Kladblok/11: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Duivelwaan (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Duivelwaan (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Ali Muhammad Ali Abd-Al-Rahman''', ook welmeestal bekend als '''Ali Kushayb'''<ref name="amnestyinternational">[https://web.archive.org/web/20070825214822/http://web.amnesty.org/pages/sdn-170707-feature-eng Time for justice in Darfur], Amnesty International</ref>, is een [[Soedan|Soedanese]] [[oorlogsmisdaad|oorlogsmisdadiger]]. Hij was commandant van [[Janjaweed]]-milities, die tijdens het [[conflict in Darfur]] de Soedanese regering steunden in de strijd tegen rebellengroeperingen. Hij wordt gezocht door het [[Internationaal Strafhof]] (ICC), dat hem beschuldigt van oorlogsmisdaden en [[misdaden tegen de menselijkheid]]. Hij en zijn manschappen zouden volgens het Hof deze misdaden tijdens het conflict hebben gepleegd. Ali Kushayb is op dit moment nog steeds voortvluchtig.<ref name="interpol">[https://www.interpol.int/notice/search/wanted/2007-43292 Abd Al Rahman, Ali Muhammad Ali], Interpol</ref><ref name="icc">[https://www.icc-cpi.int/darfur/harunkushayb Harun and Kushayb Case], Cour Pénale Internationale/International Criminal Court. 27 april 2007.</ref>
 
== Levensloop tot het conflict in Darfur ==
Ali Kushayb werd omstreeks 1957 in Soedan geboren. Hij spreekt Arabisch en heeft de Soedanese nationaliteit. Het Internationaal Strafhof vermoedt dat hij een gemengde tribale afkomst heeft. Zijn vader was lid van de Taisha (ook wel als Taicha gespeld), een veehoudende stam uit het zuidwesten van [[Darfur (regio)|Darfur]]. Zijn moeder was lid van de Dangaoui-stam uit het zuiden van Soedan.<ref name="interpol"/><ref name="icc"/><ref name="moderngenocide">Brown, Evan. "Ali Kushayb" ''Modern Genocide: The Definitive Resource and Document Collection''. Red. Paul R. Bartrop, Steven L. Jacobs. Santa Barbara: ABC-CLIO, 2014</ref> Er is verder weinig bekend over Kushaybs jonge jaren. Het meest vroege gegeven dat er over hem te vinden valt, is dat hij een tijd als soldaat in dienst was van het Soedanese leger. Hoe hij vervolgens macht verwierf en vanuit deze positie opklom tot tribale leider en commandant van duizenden Janjaweed-strijders, blijft volstrekt onduidelijk.<ref name="moderngenocide"/>
 
== Misdaden in DarfurAchtergronden ==
=== Samenleving in Darfur ===
Op 27 Februari 2007 beschuldigde [[Luis Moreno-Ocampo]], de hoofdaanklager van het [[Internationaal Strafhof]] in Den Haag (ICC), Ali Kushayb en de Soedanese minister [[Ahmad Harun]] van verscheidene misdaden. Het Hof legt hen tientallen misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden ten laste. Het Hof achtte de kans klein dat de twee vrijwillig op zouden komen dagen voor hun rechtszaak. Op 27 april 2007 werd er dus een arrestatiebevel uitgevaardigd door het Hof voor Harun en Kushayb.<ref name="icc"/><ref name="arrestwarrant">[https://www.icc-cpi.int/CourtRecords/CR2007_02907.PDF Warrant of arrest for Ali Kushayb], Cour Pénale Internationale/International Criminal Court. 27 april 2007</ref><ref name="crin27feb2007">[https://www.crin.org/en/library/news-archive/international-criminal-court-names-first-darfur-war-crimes-suspects International Criminal Court names first Darfur War crimes suspects], Child Rights International Network, 27 februari 2007</ref>
 
=== Achtergronden ===
Darfur is een regio in het westen van Soedan. De naam is [[Arabisch]] en betekent "thuis[land] van de [[Fur (volk)|Fur]]", de grootste etnische groep in het gebied. De Fur zijn een [[sedentarisme|sedentarisch]], Islamitisch volk dat voornamelijk aan landbouw en [[veeteelt]] doet. Samen met andere volken, zoals de [[Zaghawa]] en de [[Masalit]], vormen zij een [[agrarische samenleving]]. De bevolking van Darfur wordt vaak onderverdeeld in twee hoofdgroepen: deze agrarische samenleving, en Arabisch sprekende nomadische herders, die tussen de boerengemeenschappen door van plaats naar plaats trekken, op zoek naar vruchtbaar land voor hun vee. De agrarische bevolking van Darfur wordt vaak gekenschetst als "zwart", en de nomadische herders als etnisch Arabisch. Het genetische onderscheid tussen de twee groepen is echter vaak flinterdun. De scheidslijnen tussen de twee groepen hebben meer te maken met de verschillen tussen hoe de twee in hun levensonderhoud voorzien, dan dat ze door raciale afkomst worden bepaald. Zo hebben sommige van deze "Arabische" nomaden, waaronder Ali Kushayb, een zwart uiterlijk.<ref name="theatlanticapril2007">[https://www.theatlantic.com/magazine/archive/2007/04/the-real-roots-of-darfur/305701/ The Real Roots of Darfur], The Atlantic, april 2007</ref><ref name="foreignaffairsjanfeb2005">Straus, Scott (januari–februari 2005). "[https://www.foreignaffairs.com/articles/sudan/2005-01-01/darfur-and-genocide-debate Darfur and the Genocide Debate]". ''Foreign Affairs''. '''84''' (1): 123–133. doi:10.2307/20034212.</ref>
 
Oorspronkelijk leefden de boerengemeenschappen en de nomadische herders redelijk vreedzaam naast elkaar. Door de hoge bevolkingsgroei en aanhoudende droogte, mogelijk veroorzaakt door [[klimaatverandering]] als gevolg van menselijke activiteiten, begonnen [[natuurlijke hulpbron]]nen in het gebied vanaf de jaren '80 van de twintigste eeuw echter langzamerhand schaars te worden. Vruchtbaar land begon op te raken, en de regio kon niet langer zowel boeren als herders ondersteunen. Steeds minder boeren stonden het toe dat de herders hun kuddes op of in de buurt van hun land lieten grazen. Boeren bouwden omheiningen om hun akkers, en soms zelf rond braakliggende velden, omdat zij vreesden dat het land verpest zou worden door de kuddes van de rondtrekkende herders. Een aantal herders vertrok, of schakelde over op landbouw, maar de meeste probeerden krampachtig vast te houden aan hun traditionele, nomadische levenstijl. Het fragiele maatschappelijke evenwicht van weleer was mogelijk voorgoed verstoord. De spanningen tussen de twee groepen leidden uiteindelijk tot hevige gewapende conflicten.<ref name="theatlanticapril2007"/><ref name="foreignaffairsjanfeb2005"/>
 
=== Etnische conflicten ===
De centrale overheid van Soedan is in handen van de Arabieren. Deze overheid steunt een racistische ideologie, waarbij gesteld wordt dat de Arabische bevolking van Soedan superieur is aan de zwarte bevolking. De Arabische bevolking van Soedan wordt door de Soedanese overheid bevooroordeeld. Hierdoor genieten zij culturele, economische, en politieke voordelen. Om deze situatie in stand te houden, is de overheid van Soedan is al sinds de onafhankelijkheid van 1956 verwikkeld in gewelddadige conflicten met de zwarte bevolking. Deze conflicten vonden in eerste instantie plaats in het gebied dat nu de onafhankelijke staat [[Zuid-Soedan]] is, waar tussen 1955 en 1972 de [[Eerste Soedanese Burgeroorlog]] werd uitgevochten tussen de Islamitisch-Arabische regering en de Christelijk-zwarte lokale bevolking. Na een wapenstilstand van elf jaar laaide het conflict vanaf 1983 weer in alle hevigheid op: de [[Tweede Soedanese Burgeroorlog]] was begonnen. Vanaf dat moment begon de Soedanese regering ook Arabisch-nomadische milities in Darfur te bewapenen, deels om te voorkomen dat de Christelijke rebellen uit het zuiden het Islamitische Darfur zouden veroveren.<ref name="theguardian12dec2014">[https://www.theguardian.com/world/2014/dec/12/-sp-sudan-arab-supremacy-amir-nasr 'For Sudan to find peace we must end the myth of Arab supremacy'], The Guardian, 12 december 2014</ref><ref name="foreignaffairsjanfeb2005"/>
 
Eind jaren '80 van de twintigste eeuw begon de situatie in Darfur uit de hand te lopen. Honderden boerendorpen werden platgebrand door de Arabisch-nomadische milities, en duizenden boeren (voornamelijk Fur) werden vermoord. In 1989 werd er een vredesverdrag gesloten, maar dit hield niet lang stand: in de jaren '90 vonden er weer gevechtshandelingen plaats.<ref name="theatlanticapril2007"/>
 
=== Conflict in Darfur (2003–heden) ===
Vanaf februari 2003 (volgens het Internationaal Strafhof vanaf augustus 2002) vond er opnieuw een langdurig gewapend conflict plaats in Darfur, waarbij de Soedanese overheid streed tegen een aantal verschillende rebellenbewegingen. Tot deze rebellen behoren twee groeperingen die door het Internationaal Strafhof in het Engels als volgt genoemd werden: de ''Sudanese Liberation Movement/Army'' (SLM/A) en de ''Justice and Equality Movement'' (JEM). De SLM/A en de JEM bestonden uit leden van de plaatselijke zwarte boerenbevolking. Deze twee rebellengroeperingen werden opgericht als reactie op de aanhoudende onderdrukking van de niet-Arabische bevolking van Darfur door de Soedanese overheid en Arabische milities. De Soedanese overheid zette een aantal gewapende groeperingen in tegen deze rebellen: het [[Soedanese Volkskrijgsmacht|Soedanese leger]], een paramilitaire groepering genaamd de Popular Defense Forces (PDF), en een losjes georganiseerde Arabische militie genaamd de [[Janjaweed]].<ref name="arrestwarrant"/><ref name="foreignaffairsjanfeb2005"/>
Vanaf februari 2003 (volgens het Internationaal Strafhof al vanaf augustus 2002) vond er opnieuw een langdurig gewapend conflict plaats in Darfur, waarbij de Soedanese overheid streed tegen een aantal verschillende rebellenbewegingen. Dit conflict werd al snel omschreven als de grootste humanitaire crisis van dat moment.<ref name="un30jul2004">[https://www.un.org/apps/news/story.asp?NewsID=11507&Cr=sudan&Cr1 Sudan must act on Darfur in 30 days or face measures, Security Council warns], Verenigde Naties, 30 juli 2004]</ref><ref name="foreignaffairsjanfeb2005"/> Er vielen 200.000 tot 300.000 doden, en ten minste 2,7 miljoen mensen moesten vluchten voor het geweld.<ref name="unicefoct2008">[https://www.unicef.org/infobycountry/sudan_darfuroverview.html Darfur - overview], UNICEF, oktober 2008</ref>
 
Vanaf februari 2003 (volgens het Internationaal Strafhof vanaf augustus 2002) vond er opnieuw een langdurig gewapend conflict plaats in Darfur, waarbijTot de Soedanese overheid streed tegen een aantal verschillende rebellenbewegingen. Tot deze rebellen behoren twee groeperingen die door het Internationaal Strafhof in het Engels als volgt genoemd werden: de ''Sudanese Liberation Movement/Army'' (SLM/A) en de ''Justice and Equality Movement'' (JEM). De SLM/A en de JEM bestonden uit leden van de plaatselijke zwarte boerenbevolking. Deze twee rebellengroeperingen werden opgericht als reactie op de aanhoudende onderdrukking van de niet-Arabische bevolking van Darfur door de Soedanese overheid en Arabischede Arabisch-nomadische milities. De Soedanese overheid zette een aantal gewapende groeperingen in tegen deze rebellen: het [[Soedanese Volkskrijgsmacht|Soedanese leger]], een paramilitaire groepering genaamd de Popular Defense Forces (PDF), en een losjes georganiseerde ArabischeArabisch-nomadische militie genaamd de [[Janjaweed]].<ref name="arrestwarrant">[https://www.icc-cpi.int/CourtRecords/CR2007_02907.PDF Warrant of arrest for Ali Kushayb], Cour Pénale Internationale/International Criminal Court. 27 april 2007</ref><ref name="foreignaffairsjanfeb2005"/> De Janjaweed werden gemobiliseerd, bewapend en gefinancierd door de Soedanese overheid, en waren het belangrijkste middel van de overheid bij het neerslaan van de opstand. Ali Kushayb was een van de belangrijkste commandanten van deze militie.<ref name="amnestyinternational"/><ref name="moderngenocide"/>
=== Aanvallen ===
 
Volgens het Internationaal Strafhof voerden het Soedanese leger en de Janjaweed vanaf augustus 2003 tot en met maart 2004 een aantal aanvallen uit tegen de nederzettingen Kodoom, Bindisi, Mukjar, Arawala, en de gebieden hieromheen. Ali Kushayb deed persoonlijk mee aan een aantal van deze aanvallen. De rebellengroeperingen SLM/A en JEM waren op dat moment niet in deze nederzettingen aanwezig, en de lokale burgerbevolking, die voornamelijk tot de etnische groepen Fur, Zaghawa en Masalit behoort, nam niet actief deel aan de gevechtshandelingen. Desondanks werden de burgers doelgericht aangevallen, omdat het leger en de Janjaweed redeneerden dat deze burgers aanhangers van plaatselijke rebellengroeperingen waren. Tijdens de aanvallen pleegden het leger en de Janjaweed een aantal misdaden tegen deze burgers.<ref group=noot>Met het woord "burger" (Engels: ''civilian'') bedoelt het Internationaal Strafhof eenieder die niet deelneemt aan gevechtshandelingen.</ref> Inwoners werden vermoord. Vrouwen werden verkracht en vernederd.<ref group=noot>Het Internationaal Strafhof omschrijft dit soort vernederingen in het Engels als "outrages upon personal dignity". Een andere vertaling hiervan is "aantasten van iemands waardigheid".</ref> Persoonlijk bezit werd vernietigd, en de nederzettingen werden geplunderd. Woningen en marktplaatsen werden leeggeroofd. Tienduizenden leden van de lokale bevolking werden van huis en haard verdreven.<ref name="arrestwarrant"/><ref name="crin27feb2007"/>
== Misdaden in Darfur ==
=== Aanvallen onder leiding van Kushayb ===
Volgens het Internationaal Strafhof voerden het Soedanese leger en de Janjaweed, onder leiding van Ali Kushayb, vanaf augustus 2003 tot en met maart 2004 een aantal aanvallen uit tegen de nederzettingen Kodoom, Bindisi, Mukjar, Arawala, en de gebieden hieromheen. Ali Kushayb deed persoonlijk mee aan een aantal van deze aanvallen. De rebellengroeperingen SLM/A en JEM waren op dat moment niet in deze nederzettingen aanwezig, en de lokale burgerbevolking, die voornamelijk tot de etnische groepen Fur, Zaghawa en Masalit behoort, nam niet actief deel aan de gevechtshandelingen. Desondanks werden de burgers doelgericht aangevallen, omdat het leger en de Janjaweed redeneerden dat deze burgers aanhangers van plaatselijke rebellengroeperingen waren. Tijdens de aanvallen pleegden het leger en de Janjaweed een aantal misdaden tegen deze burgers.<ref group=noot>Met het woord "burger" (Engels: ''civilian'') bedoelt het Internationaal Strafhof eenieder die niet deelneemt aan gevechtshandelingen.</ref> Inwoners werden vermoord. Vrouwen werden verkracht en vernederd.<ref group=noot>Het Internationaal Strafhof omschrijft dit soort vernederingen in het Engels als "outrages upon personal dignity". Een andere vertaling hiervan is "aantasten van iemands waardigheid".</ref> Persoonlijk bezit werd vernietigd, en de nederzettingen werden geplunderd. Woningen en marktplaatsen werden leeggeroofd. De nederzettingen werden vervolgens platgebrand. Tienduizenden leden van de lokale bevolking werden van huis en haard verdreven.<ref name="arrestwarrant"/><ref name="crin27feb2007"/>
 
Het Hof legt, naar aanleiding van deze aanvallen, het Soedanese leger en de Janjaweed een lange waslijst aan misdaden ten laste: etnische [[vervolging]], moorden, gedwongen volksverhuizingen, het gevangenzetten of ontnemen van de vrijheid van de lokale bevolking, martelingen, verkrachtingen, en andere delicten van onmenselijke aard. Volgens het Hof vonden er oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid plaats. De aanvallen hadden volgens het Internationaal Strafhof een systematische of wijdverspreide aard, en waren specifiek gericht op leden van de etnische groepen Fur, Zaghawa en Masalit. Het Hof stelt dat de aanvallen aangestuurd werden door de Soedanese overheid.<ref name="arrestwarrant"/>
 
Racisme speelde een belangrijke rol bij de aanvallen. De Janjaweed schreeuwden tijdens de aanval op Bindisi ''"Nuba, Nuba"''. Dit is een scheldwoord dat door Soedanese Arabieren wordt gebruikt om slaven en zwarte Afrikanen mee aan te duiden. Ook riepen de strijders dat ze "gestuurd waren" om alle zwarten dood te maken.<ref name="cgl"/><ref name="crimeofgenocide">John Hagan & Wenona Rymond-Richmond: ''Darfur and the Crime of Genocide''. Cambridge University Press, 2008.</ref>
 
Kushayb en zijn mannen zetten verkrachting doelbewust in als oorlogswapen: het was voor hen een effectief middel om vrouwen te vernederen en angst te zaaien onder de lokale bevolking. De aanvallers schreeuwden tijdens het verkrachten van de vrouwen in Bindisi bijvoorbeeld dat ze de "echtgenotes van Tora Bora"<ref group="note">De benaming "Tora Bora" wordt door de Arabieren in Darfur gebruikt als benaming voor de zwarte rebellen.</ref> ingenomen hadden. Tijdens diezelfde aanval op Bindisi werd een vrouw zo ruw verkracht door Janjaweed-strijders, dat haar genitaliën begonnen te bloeden. Toen de strijders dit zagen, riepen ze uit dat ze "een maagd" hadden gevonden. In Soedan heerst namelijk een hardnekkig bijgeloof dat het [[maagdenvlies]] van vrouwen scheurt als ze voor de eerste keer seks hebben (vrijwillig of onvrijwillig), met bloedverlies tot gevolg.<ref name="clg"/><ref name="crimeofgenocide"/>
 
=== Rol van Kushayb bij de aanvallen ===
Het Hof acht het waarschijnlijk dat Ali Kushayb vanaf ten minste augustus 2003 tot ongeveer maart 2004 een vooraanstaande rol speelde bij de aanvallen. Hij was in die periode een belangrijk tribaal leider in de regio, lid van de PDF, en commandant van duizenden Janjaweed-strijders. Veel van deze strijders zijn door hem zelf gerekruteerd. Hij wordt in Soedan omschreven als de "aqid al-ogada", de kolonel der kolonels, van het Wadi Salih-gebied in het westen van Darfur.<ref name="amnestyinternational"/> Ook werd hij de "emir van de mujahideen" genoemd, een titel voor leiders van Islamitische religieuze strijders.<ref name="moderngenocide"/><ref name="c"> Kushayb fungeerde als intermediair tussen de Soedanese regering en de Janjaweed. Hij voerde Soedanees overheidsbeleid uit door de Janjaweed in te zetten tegen de zwarte burgerbevolking van Darfur. Vanwege zijn belangrijke positie, en zijn persoonlijke deelname aan een aantal van de aanvallen, kan Kushayb volgens het Hof verantwoordelijk gehouden worden voor de oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid die tijdens de aanvallen gepleegd werden.<ref name="moderngenocide"/><ref name="arrestwarrant"/>
 
=== Rol van Ahmad Harun bij de aanvallen ===
[[Ahmad Harun]] (soms gespeld als Haroun) is een Soedanese bestuurder. Hij was de Soedanese minister van binnenlandse zaken ten tijde van de misdaden van Kushayb. De twee mannen hadden geregeld ontmoetingen met elkaar. Harun gaf Kushayb wapens en geld tijdens een van deze ontmoetingen in augustus 2003 in het plaatsje Mukluk. Harun gaf tijdens deze ontmoeting een toespraak, waarbij hij benadrukte dat de Janjaweed mochten doen wat ze wilden met de plaatselijke Fur. Hiermee maakte Harun de weg vrij voor een door Soedanese overheid georganiseerde genocide, uitgevoerd door de Janjaweed.<ref name="clg">Hagan, John: [http://clg.portalxm.com/library/keytext.cfm?keytext_id=153 Faces of Genocide in Darfur: Ali Kushayb], Center of Law and Globalization</ref>
 
== Rechtszaak tegen Kushayb en Harun ==
=== Beschuldiging en arrestatiebevel ===
Op 27 Februari 2007 beschuldigde [[Luis Moreno-Ocampo]], de hoofdaanklager van het [[Internationaal Strafhof]] in Den Haag (ICC), Ali Kushayb en de Soedanese minister [[Ahmad Harun]] van verscheidene misdaden. Het Hof legt hen tientallen misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden ten laste. Het Hof achtte de kans klein dat de twee vrijwillig op zouden komen dagen voor hun rechtszaak. Op 27 april 2007 werd er dus een arrestatiebevel uitgevaardigd door het Hof voor Harun en Kushayb.<ref name="icc"/><ref name="arrestwarrant">[https://www.icc-cpi.int/CourtRecords/CR2007_02907.PDF Warrant of arrest for Ali Kushayb], Cour Pénale Internationale/International Criminal Court. 27 april 2007</ref><ref name="crin27feb2007">[https://www.crin.org/en/library/news-archive/international-criminal-court-names-first-darfur-war-crimes-suspects International Criminal Court names first Darfur War crimes suspects], Child Rights International Network, 27 februari 2007</ref>
 
{{Appendix|1=Externe links|2=