Cadzand: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 39:
In [[1111]] was er een stormvloed, en in [[1112]] werden de kaden verhoogd tot dijken van 3,50 meter hoog. Hiertoe moest aarde van het vasteland worden aangevoerd. De naam ''Oudelandpolder'' kwam in zwang voor het omdijkte gebied. Dit ter onderscheid van nieuwere poldertjes die in de latere ''Vierhonderdpolder'' en ''Tienhonderdpolder'' waren aangelegd.
Vanaf [[1115]] begonnen de abdijen zich voor landaanwinst te interesseren. Het betrof de [[Abdij Onze-Lieve-Vrouw Ten Duinen]] te [[Koksijde]], de Onze-Lieve-Vrouweabdij te [[Broekburg]], de [[Abdij Ter Doest]] te [[Lissewege]], de [[Sint-Pietersabdij (Oudenburg)|Sint-Pietersabdij]] te [[Oudenburg]] en de Sint-Nicolaasabdij te [[Veurne]]. In [[1189]] schenkt heer Leonius de Cazant zijn leen aan de [[Sint-Baafsabdij]] van [[Gent]]. In opdracht van
Op [[30 mei]] [[1213]] werd Damme door de Fransen geplunderd, waarna ze een zeeslag tegen de Engelsen in de [[Sincfal]] verloren tussen [[Knokke]] en Cadzand.
|