Grasland: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k sp
Tafel13 (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
[[Bestand:Fresh mowed grass fields in Drenthe.jpg|{{largethumb}}|Gemaaid grasland voor [[kuilgras]]]]
'''Grasland''' is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door
[[grassenfamilie|grassen]]. Veel graslanden zijn cultuurgraslanden die in gebruik zijn voor de veeteelt, bijvoorbeeld als [[weiland]] of als [[hooiland]]. Grote natuurlijke graslanden zijn de [[steppe]]n en de [[Savanne (landschap)|savannen]].
 
In West-Europa is grasland vaak verbonden met menselijk beheer. De meeste graslanden zijn in gebruik als cultuurgrond voor de landbouw. Een deel van de graslanden heeft een bestemming als natuurgebied gekregen. Zonder beheer zouden vrijwel al deze graslanden op den duur veranderen in bos.
Regel 12:
Ook in West-Europa zijn altijd natuurlijke graslanden geweest. In hoeverre en in welke mate graslanden op natuurlijke wijze op de hogere gronden ontstonden en in stand bleven door toedoen van [[grote grazers]] als het [[oeros]], [[hertachtigen|herten]], [[wisent]]en en wilde [[paard (dier)|paarden]] is onderwerp van discussie. Langs de kust bestonden altijd graslanden die ontstonden door bevloeiing van zeewater: de [[kwelder]]s. Ook langs rivieren en beken zijn vermoedelijk altijd graslanden geweest. [[Rietland]]en worden over het algemeen niet tot de graslanden gerekend, maar gronden waar [[Bies (gewas)|biezen]] en [[Russenfamilie|russen]] domineren juist wel.
 
== AgrarischeAgrarisch cultuurgrasland en half-natuurlijkenatuurlijk grasland in de Lage Landen==
Agrarische cultuurlanden kennen verschillende vormen van menselijke beheer. Voorbeelden zijn [[maaien]], beweiden, scheuren, [[Zaaien|inzaaien]], [[bemesten]], [[Vloeiweide|bevloeien]] en [[Ontwatering|ontwateren]]. Omdat in het verleden het beheer van een grasland heel constant is geweest, maar het beheer van plek tot plek varieerde, ontstond er in West-Europa een rijke schakering aan graslanden, waarin veel plantensoorten voorkomen. Dit komt onder andere tot uitdrukking in de naam van een boek van [[Jac. P. Thijsse]]: ''De bonte wei''. De natste graslanden werden bijna uitsluitend gehooid, andere vochtige, wat voedselrijkere graslanden, werden beweid met koeien,. weerWeer drogere en armere graslanden werden met schapen beweid.
 
Dat het niet omploegen of anderszins verstoren van de grasmat belangrijk is, komt duidelijk naar voren uit het onderzoek dat [[Ger Londo]] in zijn natuurtuin heeft gedaan. Hij heeft daar een grasland aangelegd, dat hij een of twee keer per jaar maaide en waarvan hij het maaisel afvoerde. Na drie jaar waren soorten als [[wit struisgras]] (fioringras) en [[ruw beemdgras]] dominant, maar na negen jaar waren deze soorten gemarginaliseerd en was hun positie overgenomen door [[gewoon struisgras]] en [[Gewoon reukgras|reukgras]]. Ook graslandsoorten als [[gewone ereprijs]] en [[smalle weegbree]] tredenkomen pas in de loop derna jaren opvoor in een grasland. Londo schrijft dit effect toe aan het feit dat de open grond aanvankelijk door de regen dichtslaat en dat de begroeiing dit pas na verloop van tijd tenietdoet. Een andere oorzaak is de verschraling die optreedt door het afvoeren van het maaisel en het achterwege laten van bemesting.
 
Sommige grassen verdragen geen beweiding. Een voorbeeld hiervan is [[glanshaver]] (''Arrhenatherum elatius''). Op voedselrijke gronden op matig vochtige bodem krijgt deze soort bij uitsluitend maaibeheer de overhand. [[Vegetatiekunde|Vegetatiekundigen]] spreken dan van glanshavergraslanden. Deze zijn veel te vinden in bermen die twee keer per jaar gemaaid worden. Worden deze gronden wel beweid, dan verdwijnt de glanshaver en verschijnt het [[kamgras]] (''Cynosurus cristatus''), dat juist beweiding nodig heeft. Deze graslanden worden kamgraslanden genoemd.
 
Op droge, voedselarme en zure zandgronden komen [[klasse van de heischrale graslanden|heischrale graslanden]] (''Nardetea'') voor. De vegetatie wordt niet hoog en blijft open. Het is in feite een overgangstype naar [[heide (vegetatie)|heide]], die vaak dezelfde abiotische omstandigheden kent. Voorbeelden van grassen uit deze graslanden zijn [[tandjesgras]], [[gewoon struisgras]] en [[vroege haver]]. Andere planten zijn [[tormentil]] en [[mannetjesereprijs]].
 
Daarnaast zijn er graslanden op droge voedselarme en kalkrijkere gronden, de [[klasse van de kalkgraslanden|kalkgraslanden]] (''Festuco-Brometea''). In Nederland zijn ze vooral te vinden in de Duinen beneden Egmond, langs de [[Rijn]], de [[Waal (rivier)|Waal]] en de [[Gelderse IJssel]] en in [[Zuid-Limburg (Nederland)|Zuid-Limburg]]. Kenmerkend voor deze graslanden is bijvoorbeeld [[smal fakkelgras]], maar ook [[tijm]] en [[bremraap]]soorten.
 
Ook zijn er graslanden op natte gronden. Sommige staan 's winters onder water, andere komen dan alleen plas-dras te staan. Een voorbeeld van een schraal nat [[hooiland]] is het [[blauwgrasland]]. De belangrijkste grassoort is hier [[pijpenstrootje]]. Maar ook [[blauwe zegge]] komt hier voor. In het begin waren er in Nederland grote oppervlakten blauwgrasland, tegenwoordig is er nog maar een zeer klein deel bewaard gebleven in reservaten. In blauwgraslanden kunnen soorten voorkomen als [[Parnassia palustris|parnassia]], [[blauwe knoop]] en [[gevlekte orchis]].
Regel 32:
== Gazon ==
{{Zie hoofdartikel|Gazon (grasveld)}}
Meestal worden gazons net als sportvelden niet als grasland aangeduid. Gazons zijn intensieveintensief gebruikte en gemaaide grasvelden van soms zeer kleine omvang en gelegen bij woningen. Vaak bestaat het uit slechts enkele grassoorten die speciaal voor gazons gekweekt worden, zoals [[gewoon struisgras]], [[roodzwenkgras]] en [[Engels raaigras]]. Deze laatste soort wordt vooral voor speelgazons en ook voor sportvelden gebruikt. Bij minder intensief beheer kan zich in een gazon na verloop van tijd een gevarieerdere begroeiing ontwikkelen, met bijvoorbeeld [[madeliefje]]s, [[paardenbloem]]en en [[draadereprijs]]. In weinig betreden stukken kan [[haakmos]] massaal optreden. In een gazon met een gevarieerdere begroeiing kunnen diverse soorten voorkomen die in cultuurgraslanden algemeen zijn zoals [[veldzuring]], [[pinksterbloem]], [[gewone brunel]], [[herfstleeuwentand]] of [[gewoon biggenkruid]].
 
{{Appendix|2=