Supernova: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 145.131.135.106 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Magere Hein
Dikke pik
Label: Misbruikfilter: Kwebbelen
Regel 200:
Supernovae van type Ia worden het vaakst waargenomen, doordat ze gemiddeld vijf keer zo helder zijn als de andere typen. Als voor dit verschil in helderheid wordt gecorrigeerd, is naar schatting 20% van alle supernovae van type Ia, eveneens 20% van type Ib/c, en de resterende 60% van type II (vooral II-P en IIn).
 
Dikke pik
=== Type Ia: witte dwergen ===
De supernova van type Ia is de helderste soort supernova: hij straalt meer dan een miljard keer meer energie uit dan onze zon. Dit type ontstaat in nauwe [[dubbelster]]systemen, waarin de ene ster een [[witte dwerg]] is, en de andere een [[rode reus]] (of een tweede [[witte dwerg]]). De witte dwerg kan van zijn begeleidende ster materie naar zich toetrekken. Men spreekt wel van "stellair kannibalisme": de witte dwerg slorpt de buitenste lagen van de rode reus (of tweede witte dwerg) op. Zijn massa neemt daardoor toe.
 
Maar er is een maximale massa die een witte dwerg kan hebben, de [[Chandrasekhar-limiet]] die ongeveer 1,2-1,4 [[zonnemassa|zonsmassa]] bedraagt. Wanneer de massa van de witte dwerg deze limiet overschrijdt, stort door de enorme zwaartekracht de witte dwerg in enkele seconden ineen. De druk en temperatuur worden zo hoog dat er kernfusie op gang komt in de [[koolstof]] en [[Zuurstof (element)|zuurstof]] waaruit de witte dwerg is opgebouwd. De reactie is zo heftig dat de ster volledig explodeert. Bij de explosieve kernfusie wordt [[radioactief]] [[nikkel]]-56 gevormd, dat via [[kobalt]]-56 vervalt tot ijzer-56. Bij dat radioactieve verval komt energie vrij, die het exploderende gas verhit. Het hete gas straalt de energie weer uit in de vorm van licht: dat is het felle oplichten van een supernova van type Ia. Naarmate de radioactiviteit afneemt, vermindert ook de door de supernova uitgezonden hoeveelheid licht: de radioactiviteit van kobalt-56 halveert iedere 77 dagen, en dat is bijna precies de periode waarin de helderheid van de supernova met de helft afneemt.
 
Een bijzonderheid aan supernovae van type Ia is dat ze vrijwel altijd even lichtsterk zijn, doordat ze plaatsvinden in sterren met een vaste grootte (1,4 zonsmassa) en samenstelling (koolstof en zuurstof). Dit gecombineerd met hun sterke lichtkracht, maakt ze geschikt als hulpmiddel om de afstand van zeer ver verwijderde [[sterrenstelsel]]s te kunnen bepalen. Supernovae van type Ia worden bestudeerd in het [[Supernova Cosmology Project]]. Uit waarnemingen die in het kader van dit project zijn gedaan blijkt dat de [[uitdijing van het heelal]] versneld plaatsvindt.
 
 
Een tweede mogelijke oorzaak van supernovatype Ia is het samensmelten van twee witte dwergen. Reeds lange tijd heeft men middels computeranimaties getracht bewijs te vinden voor deze theorie. Onderzoekers van het [[Max Planck Instituut]] te [[Duitsland]] zijn hier in januari 2010 in geslaagd.
 
Het Heelal is Foking Saai
 
=== Type Ib en Ic: Wolf-Rayetsterren ===