Pieter Coecke van Aelst: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 27:
George Marlier schreef in 1966 de oeuvrecatalogus van Pieter Coecke. Hij vond een 85-tal schilderijen terug die aan hem kunnen worden toegeschreven. Daarnaast vond hij ook 31 schilderijen van het [[Het Laatste Avondmaal (Jezus)|Laatste Avondmaal]]. De houdingen van de apostelen zijn beïnvloed door een gravure van [[Albrecht Dürer]]. Enkele van zijn schilderijen hangen in Brussel, Leuven (Museum M), Oldenzaal, Madrid ([[Museo Nacional del Prado|Prado]]) en Teruel. Ook aan hem toegeschreven is het ontwerp van een serie tapijten met voorstellingen die geïnspireerd zijn op werk van de schilder [[Jheronimus Bosch]], die een generatie voor hem leefde.<ref>Van Dijck (2001): p. 101.</ref> Deze serie werd uitgevoerd door een onbekend Brussels atelier en is te herkennen aan het [[Classicisme|classicistisch]] kader waarin de voorstellingen geplaatst zijn. De serie moet ontworpen zijn voor 1542, want dat jaar worden vijf tapijten ‘des devys de Hieronyme’ genoemd in de verzameling van [[Frans I van Frankrijk]].<ref>Van Dijck (2001): p. 96. Deze serie bestond uit ''Verzoeking van de heilige Antonius'', ''Olifant'', ''Sint-Maarten'', ''Hooiwagen'' en ''Tuin der lusten''. In 1715 bevond deze zich nog in [[Parijs]]. Daarna ontbreekt ieder spoor.</ref> Na zijn dood werd de serie nog enkele keren uitgevoerd; bijvoorbeeld in 1566 voor [[Antoine Perrenot de Granvelle]]<ref>Van Dijck (2001): p. 99. Deze serie werd in 1600 door Granvelles neef, François, graaf van Cantecroy, verkocht aan [[keizer Rudolf II]] als ‘cinque pezzi di tappezeria di Fiandra di Hieronymo Bos’ (vijf Vlaamse tapijten van Jheronimus Bosch).</ref> en in 1567-1568 voor de [[Fernando Álvarez de Toledo|hertog van Alva]].<ref name="Dijck101">Van Dijck (2001): p. 101.</ref> Omstreeks 1568 werd van [[Lamoraal van Egmont]] een Bosch-serie, waaronder ''De triomf van de Zeven Hoofdzonden'', in beslag genomen en geschonken aan [[Filips II van Spanje]].<ref name="Dijck101" /> In het [[Koninklijk Paleis van Madrid|Koninklijk Paleis]] in Madrid bevindt zich tegenwoordig voor zover bekend de meest complete verzameling wandtapijten naar Bosch.
 
In het Prado hangt het paneeltje ''De verzoeking van de Heilige Antonius'' met op de achtergrond een brandende stad, monsters en andere elementen afgeleid van Bosch. Toch zijn de figuren van de heilige Antonius, de heks en de naakte vrouw door Coecke geschilderd in de nieuwe Italiaanse renaissancestijl. Het schilderijtje is van 1543-1550, de periode waarin Brueghel een leerling was van Coecke. Brueghel moet dat schilderij zeker gezien hebben of misschien zelf de achtergrond van geschilderd hebben. Een tiental jaar later schilderde Brueghel helemaal in dezelfde sfeer de''[[Dulle Griet (schilderij)|Dulle Griet]]''.
 
=== Afbeeldingen ===