Infinitief: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Tekst vervangen door "verspreid ziektes of sterf armoed zaaier"
Labels: Misbruikfilter: Leeghalen Visuele tekstverwerker
k Wijzigingen door 62.251.38.23 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Paul-MD
Regel 1:
De '''onbepaalde wijs''' of '''infinitief''' is een [[werkwoord]]svorm die niet [[vervoeging|vervoegd]] is naar [[werkwoord#Getal en persoon|persoon of getal]] (zie ook [[persoon (taalkunde)|persoon]] en [[getal (taalkunde)|getal]]). Vooral in het onderwijs wordt de infinitief ook wel "het hele werkwoord" genoemd.
verspreid ziektes of sterf armoed zaaier
In het Nederlands wordt de infinitief in het algemeen gevormd door aan de [[stam (taalkunde)|stam]] de uitgang ''-en'' toe te voegen. Eventueel wordt daarbij een [[medeklinker]] verdubbeld of [[stemhebbend]] gemaakt of een dubbele [[klinker (klank)|klinker]] enkel geschreven:
:buig-en, lop-en, schrijv-en, werk-en.
 
Er is één werkwoord met twee infinitieven, namelijk ''zijn/wezen''.
 
De infinitief is in het Nederlands steeds gelijk aan de [[indicatief]] meervoud in de tegenwoordige tijd. Uitzondering: die indicatief is ''zijn'', nooit ''wezen'', bij het werkwoord waarvan de infinitief ''zijn'' of ''wezen'' is. Ook in het [[Duits]] geldt hier een uitzondering (infinitief ''sein'', indicatief ''sind'').
 
De infinitieven van Nederlandse werkwoorden eindigen steeds op -en. De uitzonderingen zijn ''zijn'', ''gaan'', ''staan'' en ''slaan''. Ook ''doen'' en ''zien'' moeten tot deze uitzonderingen worden gerekend, omdat ''oe'' en ''ie'' samen een klinker vormen. Verdere uitzonderingen zijn dezelfde werkwoorden als ze een voorvoegsel hebben, zoals ''ondergaan'', ''verstaan'', ''ontzien'' enz.
 
De infinitief wordt meestal gebruikt in combinatie met een [[hulpwerkwoord]], bijvoorbeeld een [[hulpwerkwoord|modaal hulpwerkwoord]] of een [[hulpwerkwoord|hulpwerkwoord van tijd]]. Voorbeelden:
*modaal hulpwerkwoord
**ik wil ''lopen''
**zij moet ''lezen''
**jullie kunnen ''zwemmen''
*hulpwerkwoord van tijd
**jij zal ''groeien''
**wij gaan ''rennen''
De infintiefvorm wordt ook gebruikt om een [[zelfstandig naamwoord]] van een werkwoord te maken (dit heet [[substantivering]]). Die gesubstantiveerde infinitief is altijd onzijdig: "het eten", "het produceren", "het kijken".
 
De infinitief kan ook gebruikt worden als een historische infinitief. Deze vorm komt niet veel voor, maar in spreektaal toch iets vaker.
* Hij stootte zijn hoofd gisteren en hij maar gillen en schreeuwen
 
Zie ook: [[Vervangende infinitief]].
 
In veel talen, waaronder ook het Nederlands, geldt de infinitief als [[woordenboek]]vorm, maar in sommige talen wordt hiervoor een andere vorm gebruikt; Zo staan [[lemma (naslagwerk)|lemma's]] in [[Latijn]]se woordenboeken vaak onder de 1e persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd en is in [[Hongaars]]e woordenboeken de 3e persoon enkelvoud de standaard.
 
Er zijn ook talen die in het geheel geen infinitief kennen, waaronder het [[Grieks]], het [[Bulgaars]], het [[Roemeens]] en het [[Iers-Gaelisch|Iers]].
 
{{Tabel wijs en werkwoord}}
 
[[Categorie:Werkwoordswijs]]