Kerkelijke Staat: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hannes Karnoefel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 81:
 
Na de dood van Otto III in 1002 namen de Romeinse baronnen het heft terug over, eerst met [[Johannes II Crescentius]] en daarna opnieuw de graven van Tusculum. Het hoogtepunt werd bereikt in 1046 toen er plots drie pausen waren. De Duitse koning [[keizer Hendrik III|Hendrik III]] riep de [[Synode van Sutri]] bijeen en zette de drie pausen af.<ref>{{Aut|John Julius Norwich}} (2011): ''De pausen, een geschiedenis'', Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, blz. 111.</ref> Vanaf die periode is de sterke man achter de schermen, Hildebrand van Sovana, de latere [[Paus Gregorius VII]]. In 1059 vaardigde [[Paus Nicolaas II]] de [[bul (document)|pauselijke bul]], ''[[In nomine Domini]]'' uit, die de modaliteiten van de verkiezing van een nieuwe paus bepaalde.
 
De [[investituurstrijd]] ([[Investituur|het recht tot het aanstellen van een ambt]]) begon met de pausverkiezing van 1061 tussen [[Paus Alexander II]] (kandidaat van Hildebrand) en [[Tegenpaus Honorius II]] (uit het keizerlijke kamp). De strijd bereikte zijn hoogtepunt met de [[Synode van Worms|afzetting van paus]] Gregorius VII en daaropvolgende [[excommunicatie]] van [[Keizer Hendrik IV|Hendrik IV]] (1076). Uiteindelijk zal Gregorius aan het kortste eind trekken.
 
In de [[11e eeuw]] kwam door een alliantie met de [[Vikingen|Noormannen]] ook het [[hertogdom Benevento]] in pauselijk bezit. In de 13e eeuw annexeerden de pausen het [[hertogdom Spoleto]].