Marken (Waterland): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Erasmus.1948 (overleg | bijdragen)
Ronn (overleg | bijdragen)
k typefoutje(s)
Regel 115:
Het kloosterbezit bestond onder meer uit twee boerderijen: een ‘westhuse’ en een ’oesthuse’. De Monnikenwerf (nu: Kerkbuurt) is de vroegst bekende werf op Marken en is vermoedelijk ontstaan op de plek waar vroeger het westhuis heeft gelegen, een van de twee kloosterboerderijen op het eiland. Het oosthuis moet waarschijnlijk gezocht worden ter hoogte van de locatie waar eeuwen geleden de Kloosterwerf lag.
 
Het was geen kostbaar eigendom, maar een drassig stukje land dat er lag 'voor eb en vloed'. Het eiland, daarvoor ontstaan als gevolg van afslag van veengrond, waardoor de verbinding met het vasteland was verbroken lag destijds in de Zuiderzee. De Friese monniken vestigden een nederzetting op Marken, gingen ijverig aan het werk en legden een dijk aan rondom het eiland en zorgden voor een afwateringssysteem. (* Mogelijk zijn ze ook initiatiefnemers geweest voor de afdamming van de waterloop ter plaatse van de latere Fluwelen Burgwal in Monnickendam, met de Middendam. Dit is de ’Monniken dam’ waaraan het stadje zijn naam heeft ontleend. Niet duidelijk is of de Norbertijner monniken betrokken zijn geweest bij het opwerpen van de vroegste werven, of dat men pas na hun vetrekvertrek hiertoe is overgegaan. )
 
Wellicht zijn in dezelfde tijd ook de dorpsgebieden van andere Noord Hollandse gemeenten omdijkt en dammen in de mondingen van de veenrivieren gelegd. Zo werden in de 13de eeuw dammen gelegd bij Monnickendam, Uitdam, Durgerdam en mogelijk Nieuwendam, Edam, Schardam en Hoorn. In de dammen werden ebsluisjes geplaatst om bij eb het overtollige water uit het binnenland te kunnen afvoeren.