Warenfetisjisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FNAS (overleg | bijdragen)
→‎Andere fetisjen: Uitgebreider behandeling van de kapitaalfetisj.
FNAS (overleg | bijdragen)
Nogmaals herschreven.
Regel 1:
[[Bestand:Woman shopping for infant formula in a supermarket, Singapore - 20131102.jpg|miniatuur|"De rijkdom van de maatschappijen, waarin de kapitalistische productiewijze heerst, heeft de vorm van een ‘kolossale opeenhoping van waren’" — Openingszin van ''Het kapitaalKapitaal.''|284x284px]]
'''Warenfetisjisme''' is bij [[Karl Marx|Marx]] het verschijnsel dat, in een [[markteconomie]], relaties tussen mensen onderling zich voordoen als relaties tussen mensen en dingen, namelijk tussen mensen koopwaren.
'''Warenfetisjisme''' is [[Karl Marx]]' term voor het verschijnsel dat onder het [[kapitalisme]], maatschappelijke verhoudingen tussen mensen zich voordoen als verhoudingen tussen [[Waar (economie)|waren]] of tussen mensen en waren. De [[consument]] ziet namelijk op de [[Markt (economie)|markt]] een reeks handelswaren die zich onderling verhouden in prijs, maar niet het achterliggende productieproces en de verhoudingen (producent-consument, werknemer-werkgever) die daarin een rol spelen. Daardoor lijkt het alsof de prijs een inherente eigenschap van de waar is, in plaats van een afspiegeling van het werk dat in de waar gestoken is.
 
Wie op de markt een product koopt, staat in relatie tot de producent, de toeleveranciers, de vervoerders, enz.: al deze mensen werken voor de koper. De markteconomie verbergt echter al deze relaties achter de verkochte waar en de prijs daarvan. Bij Marx is deze prijs opgebouwd uit de waarde van de geleverde arbeid ([[Arbeidswaardetheorie|arbeidswaardeleer]]), maar de arbeid is niet meer als zodanig herkenbaar. De koper ziet het product (de waar) en de prijs daarvan, in plaats van de arbeid, en maakt op basis daarvan de keuze om al dan niet te kopen.
Marx vergelijkt de rol van de waren in het kapitalisme met die van een [[Fetisjisme (antropologie)|fetisj]], een afgodsbeeld of andere magisch voorwerp, dat eveneens door mensenhanden gemaakt is, maar dat macht over mensen kan krijgen als ze erin geloven.
 
Dit verbergen van de arbeidsrelatie tussen producent en consument is een illusie, maar een die consequenties heeft in de echte wereld, of men zich ervan bewust is of niet. Zeker in een vergevorderde markteconomie móet de producent produceren voor de marktwaarde, zonder te weten wie de koper van zijn product is (en of er een koper zal zijn). Tegelijk is de consument niet bij machte de gehele productieketen te overzien, noch de [[arbeidsomstandigheden]] daarin.
== Bij Marx ==
Marx bespreekt het warenfetisjisme in deel één van ''[[Het Kapitaal|Het kapitaal]]'', in een paragraaf die aanvankelijk een [[Bijlage|appendix]] was maar vanaf de tweede editie achteraan het eerste hoofdstuk verschijnt. Hij bespreekt hierin de "mysterieuze" eigenschappen die de producten van menselijke arbeid onder het kapitalisme krijgen.
 
== Presentatie in ''Het Kapitaal'' ==
Het wezenskenmerk van het kapitalisme is namelijk dat het (koop-)waren produceert: producten dienen voor de producent enkel om [[Handel (economie)|verhandeld]] te worden. Op de [[Markt (economie)|markt]] doen deze waren zich aan de [[consument]] voor als gebruiksartikelen (gebruikswaarde) met een [[Prijs (betaling)|prijs]] (ruilwaarde), maar de consument ziet niet de arbeid die met het [[productieproces]] is gemoeid ([[Arbeidswaardetheorie|waarde]]). Met name ziet hij niet de [[arbeidsomstandigheden]], de machtsverhoudingen (wie werkt voor wie) e.d. die aan de waar ten grondslag liggen, en wordt de relatie tussen de consument en de producenten van de waar verborgen door de waar zelf. In plaats daarvan lijkt het voor de consument alsof de prijzen een verhouding tussen de dingen zelf voorstellen, zoals in primitieve religies door de mens gefabriceerde [[Fetisjisme (antropologie)|fetisjen]] aangezien worden voor machten buiten de mens, die zich tot de mensen en tot elkaar verhouden.<ref>Marx (1967 [1867]), [https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1867/kapitaal/1.htm hoofdstuk 1].</ref>
Marx bespreekt het warenfetisjisme in deel één van ''[[Het Kapitaal|Het kapitaalKapitaal]]'', in een paragraaf die aanvankelijk een [[Bijlage|appendix]] was maar vanaf de tweede editie achteraan het eerste hoofdstuk verschijnt.<ref>Harvey 2010:45.</ref> Hij bespreekt hierin de "mysterieuze" eigenschappen die de producten van menselijke arbeid onder het kapitalisme krijgen, in opmerkelijk poëtische termen, zeker vergeleken met de boekhouderstaal in de omringende tekst.
 
Voor Marx' negentiende-eeuwse publiek had ''fetisjisme'' nog niet de seksuele connotatie die het sinds [[Sigmund Freud|Freud]] heeft. Het riep veeleer het beeld op van de [[Fetisjisme (antropologie)|fetisjen]], de afgodsbeelden en andere magische voorwerpen die bekend waren van beschavingen buiten West-Europa: net als het 'primitieve' fetisjisme is de markt voor Marx een [[sociaal construct]], dat macht krijgt over mensen. Door de marktsamenleving te vergelijken met dergelijke 'primitieve' religieuze gebruiken, wees Marx zijn lezers op de beperkingen van hun begrip van de eigen maatschappij, en op het historisch gebonden karakter daarvan.
Vanuit deze analyse lanceert Marx zijn aanval op de markt. De [[Economisch liberalisme|vrijheid]] daarvan, meent hij, is een illusie die uit het warenfetisjisme voorkomt. In werkelijkheid is in het kapitalisme noch de producent, noch de consument vrij, maar zijn beiden onderworpen aan de grillen van de [[onzichtbare hand]].<ref>Harvey 2010:39-43.</ref>
 
Vanuit dezedit analyseidee lanceert Marx zijn aanval op de markt en het begrip van de markt dat de economen van zijn tijd daarvan hadden gevormd. De [[Economisch liberalisme|vrijheidmarktvrijheid]] daarvan, meent hij, is een illusie die uit het warenfetisjisme voorkomt. In werkelijkheidzijn visie is in hetde kapitalisme[[kapitalistische productiewijze]] noch de producent, noch de consument vrij, maar zijn beiden onderworpen aan de grillen van de [[onzichtbare hand]].<ref>Harvey 2010:39-43.</ref>
 
== Andere fetisjen ==
Naast de warenfetisj wijst Marx in ''Het kapitaalKapitaal'' nog andere fetisjistische elementen in het kapitalismefetisjen aan, hoewel niet altijdzo expliciet als hij bij de waren doet. Een voorbeeld hiervan is de geldfetisj: de focus van kapitalistenkapitaalbezitters op het [[Kapitaalaccumulatie|verzamelenvermeerderen van zo veel mogelijkhun geldgeldbezit]], dat de harde concurrentiestrijd verbergt waaraan zij onderworpen zijn en die dit verzamelen noodzakelijk maakt, en de daarmee samenhangende obsessie met [[economische groei]].<ref>Harvey 2010:257-260.</ref>
 
Een soortgelijk verschijnsel is de kapitaalfetisj: het idee dat winst voortkomt uit kapitaal, in plaats van de arbeid die op dit kapitaal werkzaam is. Deze[[Mechanisering]] vindten [[automatisering]] kunnen de winst van een eersteinvestering uitdrukkingsvormvergroten, inmaar hetdoen ideedit datvolgens machinesMarx opalleen eigenomdat krachtze waardede scheppen,efficiëntie van arbeid opvoeren (en leiden uiteindelijk tot een [[Wet van de dalende winstvoet|dalende winstvoet]]). De ultieme verschijninguitdrukking invan de vormkapitaalfetisj vanis de [[rente]]. Rentedragend kapitaal is immers geld dat uit zichzelf lijkt te groeien, maar reëledeze groei moetis een afspiegeling zijn van de productiedoor vanarbeid geproduceerde [[Meerwaarde (Marx)|meerwaarde]].<ref>Marx 1894, [https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1894/kapitaal-3/24.htm hoofdstuk 24].</ref>
 
Latere auteurs hebben het fetisjbegrip gebruikt om de rol van [[marketing]] in de hedendaagse economie te duiden, zoals de manier waarop de [[Sweatshop|sweatshoparbeid]] die in sportkleding steekt verborgen wordt door de reputatie van succesvolle sporters op de kleding te projecteren.<ref>{{Citeer web|url=http://www.nyu.edu/pubs/counterblast/beta/issue1_nov01/pdf_files/collins.pdf|titel="E" Ticket to Nike Town|bezochtdatum=|auteur=Sue Collins|datum=2001|werk=Counterblast: e-Journal of Culture and Communication 1(1)|uitgever=}}</ref> Ook [[Naomi Klein|Naomi Kleins]] boek ''No Logo'' is in dit licht te lezen, als analyse van het [[beeldmerk]] als fetisj.<ref>{{Citeer web|url=http://clogic.eserver.org/2003/sharpe.html|titel=The Logo as Fetish: Marxist Themes in Naomi Klein's No Logo|bezochtdatum=|auteur=Matthew Sharpe|datum=2003|werk=Cultural Logic 6|uitgever=}}</ref>