Huis Villehardouin: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Diggy Benesou (overleg | bijdragen)
Diggy Benesou (overleg | bijdragen)
Regel 7:
 
==Geoffroi I==
Zijn gelijknamige neef '''Geoffroi''' (''Godfried'') '''I de Villehardouin''', († 1228) begon in [[1205]] aan de verovering van [[Morea]] (zoals de Peloponnesos toen genoemd werd), samen met zijn vriend Guillaume (Willem) de Champlitte, aan het hoofd van een honderdtal ridders. Het kostte hen weinig moeite de innerlijk verdeelde Grieken te onderwerpen, waarna de Champlitte zichzelf uitriep tot ''Prins van Achaia''. Aan zijn vriend Geoffroi de Villehardouin schonk hij de kastelnij van [[Kalamata]]. Toen Champlitte in [[1210]] naar Frankrijk terugkeerde, duidde hij de Villerhardouin zelfs aan als zijn opvolger. Dadelijk liet deze zijn echtgenote Isabeau (Isabella) en zijn oudste zoon Geoffroi (II) vanuit Frankrijk naar Griekenland overkomen, waarna het gezin zijn intrek nam in het kasteel van Kalamata. Daar werd in 1218 nog een tweede zoon Guillaume (Willem) geboren. <br> Achaia, dat op feodale basis georganiseerd was als een leen van het [[Latijnse Keizerrijk]], omvatte toen nagenoeg de gehele Peloponnesos, met uitzondering van een aantal havensteden die in handen van de [[Republiek Venetië|Venetianen]] waren. Als ''Prins van Achaia en Morea'' stelde de Villehardouin zich als doel de laatste Griekse verzetshaarden in het binnenland van de Peloponnesos uit te schakelen, en op die manier veroverde hij tussen 1210 en 1212 achtereenvolgens Lacedaemon ([[Sparta (Griekenland)|Sparta]]), en de vestingen van [[Akrokorinthos]], [[Nauplion]] et Larissa ([[Argos (stad)|Argos]]). Hij organiseerde de vestingswerken van deze nieuwe veroveringen, en bouwde zijn residenties van [[Andravida|Andréville]] en [[Clermont (Peloponnesus)|Clermont]] (op de westkust van de [[Peloponnesos]]).
<br> Op korte tijd was Geoffroi de Villehardouin de onbetwiste heerser geworden van de machtigste vazalstaat van het Latijnse Keizerrijk van Constantinopel. Na zijn dood in [[1228]] werd hij opgevolgd door zijn zonen Geoffroi II (1228-1246) en Guillaume (1246-1278).