Slag bij Tannenberg (1410): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎De veldslag: Enkele typefouten gecorrigeerd, de interpunctie logischer gemaakt en enkele fout gekozen woorden vervangen.
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Wasily (overleg | bijdragen)
toevoeging afbeelding
Regel 25:
}}
[[Bestand:Grunwald - pomnik.JPG|{{largethumb}}|Monument ter nagedachtenis aan de slag]]
[[File:Krakau 3.jpg|thumb|250px|Monument Matejkoplein, Krakau, Polen (1910) toont de Pools-Litouwse alliantie met de gesneuvelde Hochmeister Ulrich von Jungingen]]
 
De '''Slag bij Tannenberg''' (of '''Slag bij Grunwald''', in Litouwen ook: '''Slag bij Žalgiris''') vond plaats op [[15 juli]] [[1410]] op een nabij de dorpen [[Stębark|Tannenberg]] en [[Grunwald (Ermland-Mazurië)|Grünfelde]] ([[Pools]]: ''Grunwald'', [[Nederduits]]: ''Groenenvelt'').
 
Regel 37 ⟶ 39:
Ulrich verraste op 15 juli de Pools-Litouwse legers door zich op volle sterkte op te stellen tussen de dorpjes Grunwald en Tannenberg, op slechts enkele kilometers (7 km) van het meer van Lubien, waar het kamp van Jagiełło was gelegen. In plaats van de nog niet georganiseerde Polen meteen aan te vallen, besloot Ulrich zijn leger in te graven op een strategisch gesitueerde heuvel. Hij wachtte af tot de Poolse koning het initiatief nam om aan te vallen.
 
Jagiełło weigerde echter om aan te vallen, omdat hij nog steeds in een diplomatieke oplossing geloofde. Ook wordt beweerd dat hij aarzelde wegens de grote faam op het slagveld die de Duitse Orde in de laatste jaren had verworven. De Duitse ridders waren veel beter bewapend en een stuk ervarener dan de Poolse ruiterij die voornamelijk bestond uit Poolse en Litouwse lansiers, Lipka-Tataarse ruiters en Russische hulptroepen en slechts een minderheid aan ridders. Uiteindelijk besloot Ulrich de koning uit te dagen en stuurde hij twee bodes, Kazimir van Stettin en de keizerlijke [[heraut]], naar het Poolse kamp om Jagiełło te hekelen. Hij diende van repliek, maar werd uitgedaagd door de spottende toon van de twee arrogante ridders. Ze beweerden dat Jagiełło zijn eer waagde door niet aan te vallen en Jagiełło dreigde dat ze nog spijt zouden krijgen van deze dwaze woorden. Daarna beval hij hertog Witold, tevens zijn neef, de aanval te openen.
 
De Poolse linkerflank viel eerst ordelijk aan op de Duitse linies maar stuitte op de verbeten Duitse ridders die deze opmars een halt toeriepen. Op de rechterflank van het Poolse leger gaat het er wanordelijker aan toe wanneer de Litouwse, Russische en Tataarse ruiters een roekeloze aanval uitvoeren op de Duitse linkerflank. Hun terugtrekkingsmanoeuvre ontaard in een massale vlucht en de instorting van de rechterflank. Witold hield stand in het midden en Jagiełło stuurde zijn reserves naar de vluchtende rechterflank. Op dat moment zag Ulrich dat Jagiełło slechts bewaakt door enkele van zijn trouwste ridders op een heuvel aan de rand van het slagveld stond uit te kijken. Hij beval een aanval van zijn meest geduchte ridders op de rechterflank en stuurde een groepje naar de heuvel waar Jagiełło zich op bevond. Deze groep werd echter door Poolse ridders onderschept en op de rechterflank slaagde Witold erin de vluchtende troepen te laten omkeren en zich weer in de strijd te mengen. Het behoud van de centrale Poolse slaglinie gaf Witold nu de mogelijkheid om de verzwakte Duitse troepen te omsingelen met zijn immense cavalerie. Het slagveld veranderde al snel in een kluwen waarin het moeilijker en moeilijker werd vriend van vijand te onderscheiden en waarin de Duitse ridders hun superieure slagkracht niet konden benutten. Langzamerhand omsingelden de Pools-Litouwse legers de Duitse strijdmacht en leek de strijd gestreden. Ulrich besloot echter niet op te geven en beval zijn troepen stand te houden. Rond 19:00 uur waren de meeste soldaten van de Orde ofwel gevangengenomen, ofwel gedood. 200 Duitse ridders waren gesneuveld. Ook Ulrich sneuvelde in de strijd. Het Weichselgebied werd vervolgens geplunderd.