Aino (volk): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k +duizendtallenscheiding
→‎Oorsprong: -niet-gedefinieerd proces; taalpoets
Regel 15:
Er zijn verschillende theorieën over de oorsprong van de Aino. Deze theorieën omvatten onder andere de Europide theorie, de Mongoloïde theorie, de Oceanische rassentheorie, en de oud-Aziatische theorie.
 
Het idee dat de Aino van Europide afkomst zouden zijn is tegenwoordig achterhaald. De enige overeenkomst is de weelderige baardgroei. Dit wordt ondersteund door recent DNA -onderzoek: het meest verwant lijken de [[Paleosiberische volken]], de [[Tibetanen]] en, opmerkelijk genoeg, de [[Andamanezen]] te zijn. Het is ook een wijdverbreide misvatting dat ze een lichte huidskleur zouden hebben. Integendeel hebben, de huidskleur van Aino eenis duidelijk donkerder huidskleur dan die van de omringende volkeren. De [[Nivchen]] komen er nog het dichtst bij, de Japanners zijn aanmerkelijk lichter.<ref>{{aut|M.C. Levin et al}}, ''ETHNIC ORIGINS OF THE PEOPLES OF NORTHEASTERN ASIA'', University of Toronto Press 1963</ref> Sommige academici hebben recent een theorie geopperd die aansluit bij de Mongoloïde-theoriemongoloïdetheorie. Het Mongoloïdemongoloïde volk bestond vroeger uit twee types: het zuidelijke en het noordelijke, waarbij de Aino en de Paleosiberische volken de noordelijke vormen.
 
Voor de [[Jomonperiode]] (10.000 tot 250 voor Christus) begonnen de Zuidelijkezuidelijke Mongoloïdenmongoloïden naar het noorden te gaan. Zo verhuisden ze langzamerhand naar de Japanse archipel. Later speeldenin de zuidelijkeJomonperiode mongoloïdenspeelden ze een belangrijke rol tijdens de Jōmon periode in geheel Japan. Tijdens de [[Yayoi-periode]] en de Kofun-Yamato-periode immigreerde het noordelijke ras massaal. De oorspronkelijke Japanners (het niet-Aino-volkAinovolk) zijn een volk dat vlug evolueerde onder invloed van dit proces. Langs de andere kant werden deDe Aino in Hokkaidō en de [[TōhokuTohoku]]-regio en het Ryūkyū-volkRyukyuvolk in [[Okinawa-eilanden|Okinawa]] hier amper door beïnvloed.
 
=== Volksverhuizing van de Aino ===
De voorhistorische jager-verzamelaars zijn tijdens de ijstijd Japan via twee routes binnengedrongen. De ene route liep via een landbrug die Sachalin met zowel HokkaidōHokkaido als met het Aziatische vasteland verbond; de andere route verbond Zuid-Korea met [[KyūshūKyushu]]. De oudste nederzettingen in Japan zijn gelokaliseerd in het zuiden en dateren van ongeveer 50.000 voor Christus. De oudste nederzettingen in HokkaidōHokkaido dateren van rond 18.000 voor Christus.
 
Rond 18.000 voor Christus werd via deze twee routes een nieuwe techniek om kleine [[stenen werktuigen]] te vervaardigen geïntroduceerd in Japan. Dit zorgde ervoor dat men dodelijke en precieze pijlen en wapens kon maken, wat resulteerde in een betereeffectievere vangstjacht. Het volk paste zich succesvol aan de omgeving aan.
 
De ijstijd eindigde en Oost-Azië begon zijn moderne vorm aan te nemen. Verschillende kleine volkeren, elk met hun eigen culturele kenmerken, gingen ideeën en goederen uitwisselen; dat gebeurde ook met Korea en de Amurriviervallei riviervan valleide Amur in Rusland.
 
Of aardewerk in Japan werd uitgevonden of geïntroduceerd werd via handel is niet gewetenonbekend, maar het staat vast dat het de plaatselijke cultuur veranderd heeft. De [[Jomonperiode]] startte met de introductie van aardewerk. Dit aardewerk behoort tot het oudste ter wereld. Ongeveer 80% van de Jomonsites zijn gelokaliseerd in het noordelijke deel van Honshu en Hokkaido.
Ongeveer 80% van de Jōmon-sites zijn gelokaliseerd in het noordelijke deel van Honshū en Hokkaidō.
 
In HokkaidōHokkaido veranderde het klimaat door het einde van de ijstijd. Sommige dierendierensoorten stierven uit en werden vervangen door andere soorten. Visvangst werd voor sommige groepen een belangrijke vorm van voedselwinning. Er ontstonden nieuwe plantensoorten en een kleinschalige landbouw. Doordat er voldoende voedsel was, werd een nomadisch bestaan overbodig en ontstonden er permanente vestigingsplaatsen.
 
De Yayoi-cultuur drong het zuiden van Japan binnen via Korea. Het voerde onder andere ijzeren voorwerpen en rijstlandbouw in. Het volk paste zich vlug aan. Men was aangewezen op landbouw en begon zelf ijzeren voorwerpen te maken. Rond 100 voor Christus had de Yayoi-cultuurYayoicultuur de Jōmon-cultuurJomoncultuur volledig verdreven uit Zuid-HonshūHonshu en had het de cultuur van de overige JōmonJomon in Noord-HonshūHonshu ingrijpend veranderd. De Yayoi-technologie en -ideeën begonnen ook de JōmonJomon in HokkaidōHokkaido te beïnvloeden. De Yayoi-landbouwYayoilandbouw werd aan de Jōmon-bevolkingJomonbevolking in Noord-HonshūHonshu en HokkaidōHokkaido aangeleerd. Nieuwe plantensoorten werden geïntroduceerd. Rijstbouw die water en vlakke velden vereiste, werd verworpen, waarschijnlijk omwille van het koude weer in het noorden. Visvangst, jacht, nieuwe gewassen en de oude kleinschalige landbouw voorzagen de inwoners van genoeg voedsel om rijstbouw onnodig te maken.
 
IJzer werd vlug populair en werd gebruikt om onder andere wapens te maken. Handel en vriendschappelijke relaties met volkeren in Noord-HonshūHonshu zorgden ervoor dat rijst, verschillende aardewerkstijlen, glas en metaal werden ingevoerd in HokkaidōHokkaido. Deze veranderingen kondigden het begin van de Epi-Jōmon-cultuurJomoncultuur aan.
 
Een nieuwe cultuur deed haar intrede via de Amur vallei in Sachalin via het noorden en ging door naar het zuiden tot aan de zee van Okhotsk. Deze cultuur werd de Okhotsk-cultuur genoemd. Men bracht bepaalde praktijken van het Aziatische vasteland mee. Varkensboerderijen vulden de zeezoogdierenjacht en de visvangst aan.
 
Om politieke redenen verhuisden meer Okhotsk-mensen van de Amur vallei naar zuid-Sachalin. Door overbevolking staken er velen de zee over en gingen ze zich vestigen in Noordoost-HokkaidōHokkaido en de Koerilen. Het Okhotsk-volkOkhotskvolk legde zich vooral op visvangst, zeezoogdierenjacht en handel toe.
 
Tijdens deze periode deed de Satsumon-cultuur haar intrede in [[Hokkaido (Japan)|Hokkaido]]. Aardewerkstijlen en productiemethodes van Noord-HonshūHonshu geven aan dat het vroege Satsumon-volkSatsumonvolk oorspronkelijk van het Aziatische vasteland kwam. Ze waren waarschijnlijk Jōmon-verwanteJomonverwante gemeenschappen die werden beïnvloed door de Yayoi-megratieYayoimigratie rond 300 voor Christus. Hierbij komt ook dat de leiders van de Japanse staat het Honshū-volkHonshuvolk aanspoorden om zich te vestigen op de noordelijke eilanden. Zij brachten nieuwe productiemethodes en nieuwe ideeën mee.
De Satsumon gemeenschappen verhuisden naar het oosten van HokkaidōHokkaido, Sachalin en de Koerilen. Langzamerhand werd de Okhotsk-cultuur door de Satsumon-cultuur vervangen, waarschijnlijk door militaire overwinningen of huwelijken.
 
De Satsumon-cultuur zoals die 500 jaar gekend was, verdween en maakte plaats voor de Ainu-cultuur. Handel bleef belangrijk voor de Ainu. Ze voerden concurrentie met de samuraiklasse in Japan en de Chinese militairen van de Amur vallei. Handel bracht nieuwe goederen en rijkdom mee, maar bracht ook gevaren voor de gemeenschap. In de bergen bouwden de Ainu bouwden structuren rond hun dorpen, waarschijnlijk als bescherming voor invallen. De geografische afstand creëerde natuurlijke grenzen die de verschillende Ainu-gemeenschappen verdeelden. Er ontstonden tevens diverse dialecten en cultuurverschillen.
 
Politieke druk vanuit Rusland dwong de Aino-gemeenschappen in Sachalin en de Koerilen om tijdens de jaren 1800 en tijdens de Tweede Wereldoorlog te verhuizen naar HokkaidōHokkaido. Tegenwoordig wonen er 20 000 tot 60 000 Aino in Japan. Als gevolg van discriminatie hebben veel Aino hun afkomst verzwegen, dus ligt het werkelijke aantal waarschijnlijk hoger. Sommige Aino kennen hun eigen afkomst niet, omdat hun ouders die altijd voor hen hebben verzwegen.
 
== Geschiedenis ==