Shan shui: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
== Geschiedenis ==
De eerste landschapsschilderingen in China werden gebruikt als decor bij de voordracht van verhalen. Een van de vroegste voorbeelden van zo'n landschap was ''Nimf van de rivier de Luo'', een niet meer bestaand werk van [[Gu Kaizhi]] (ca. 344–406). De eerste schilderijen in de ''Shanshan shui''-stijl dateren waarschijnlijk uit de regeringsperiode van de [[Liu Song-dynastie]] (420–479).
 
[[Bestand:Jing Hao.Mount Kuanglu. National Palace Museum, Taipei, Taiwan.jpg|thumb|upright|links|''De berg Kuanglu'' - [[Jing Hao]] (ca. 900)<br /><small>[[hangende rol]], kleur op [[Zijde (textiel)|zijde]]; collectie [[Nationaal Paleismuseum]], [[Taipei (stad)|Taipei]]</small>]]
=== Tang-dynastie===
Tijdens de [[Tang-dynastie]] (618–907) werd ''Shanshan shui'' een populaire kunstvorm. Er ontstonden twee scholen van landschapsschilderingen. De hofschilder [[Li Sixun]] (653–718) en zijn zoon [[Li Zhaodao]] schilderden gedetailleerde en nauwkeurige landschappen in de stijl van vroege meesters als Gu Kaizhi en [[Zhan Ziqian]] (ca. 550–604). Door hun veelvuldig gebruik van blauwe en groene verf kwam hun stijl bekend te staan als 'blauwgroene landschappen' (青綠山水). De andere school is die van dichter en kunstschilder [[Wang Wei]] (699–759). Hij onderscheidde zich door zijn gebruik van [[Gewassen inkt (schildertechniek)|gewassen inkt]] in velerlei grijstinten.
 
Toen de Tang-dynastie aan zijn eind kwam, werd het schilderen van ''Shanshan shui'' door veel [[Literati (klasse)|literati]] gebruikt om te kunnen ontsnappen aan de chaos aan het hof. Tegenover de betrekkelijkheid van menselijke regeringen vonden zij in de natuur troost in de duurzaamheid van bergen — de woonplaats van de onsterfelijken — en rivieren. Deze hang naar de natuur en het zoeken naar een evenwichtige balans waren belangrijk onderdelen in de leer van het [[taoïsme]]. Taoistische motieven waren dan ook een terugkerend element in ''Shan shui''.<ref>{{en}} {{aut|Stuart Cuckow Northrop}}, ''[https://books.google.nl/books?hl=nl&id=KKsYAAAAYAAJ Ideological Differences and World Order: Studies in the Philosophy and Science of the World's Cultures]'' (Yale University Press, 1949), p. 64</ref><ref>{{en}} {{aut|Robert J. Maeda}}, ''[https://books.google.nl/books?hl=nl&id=gMVwAAAAMAAJ Two Twelfth Century Texts on Chinese Painting]'' (University of Michigan, 1970), p. 16</ref>
 
=== Vijf Dynastieën en Song-dynastie ===
Regel 27:
[[Bestand:WangHui-TheBeautyOfGreenMountainsAndRivers-ShanghaiMuseum-May27-08.jpg|thumb|upright|links|''De schoonheid van groene bergen en rivieren'' - [[Wang Hui]] (1679)<br /><small>[[hangende rol]], [[Gewassen inkt (schildertechniek)|gewassen inkt]] en verf op papier; collectie [[Shanghaimuseum]]</small>]]
=== Qing-dynastie ===
Tijdens de [[Qing-dynastie]] (1644–1911) werd de traditionele schilderstraditie in stand gehouden door vertegenwoordigers van de orthodoxe school. De '[[Vier Wangs]]' behoorden tot de belangrijkste schilders van de eerste periode en worden bovendien gerekend tot de [[Zes Meesters van de vroege Qing-periode]]. De eerste van hen, [[Wang Shimin]] (1592–1680), leerde de ''Shanshan Shui''-schilderkunst van Dong Qichang. Hij schilderde in navolging van Dong in de weidse, ontspannen stijl van Huang Gongwang. Ook [[Wang Jian]] (1598–1677), die slechts kort in de leer was bij Dong, was een landschapsschilder in de Yuan-traditie. Met name de overige twee Wangs, [[Wang Hui]] (1632–1717) en [[Wang Yuanqi]] (1642–1715), worden gerekend tot de kundigste en origineelste landschapsschilders van de vier. Zij bestudeerden en volgden nauwgezet de Song- en Yuan-meesters en hielden zo, net als Dong in de Ming-periode, de traditie van ''Shanshan shui'' in stand.
 
Niet alle landschapsschilders uit de Qing-periode waren conservatief als die van de orthodoxe school. Veel Ming-loyalisten verlieten het hof en werden zwervers, monniken of kluizenaars. Een toonaangevende groep van dergelijke 'excentriekelingen' waren de '[[Vier Monniken]]'; bekend om hun landschappen in een persoonlijke, expressieve stijl. [[Zhu Da]] (1626–1705) schilderde in een schijnbaar nonchalante, maar trefzekere stijl. Ook de werken van [[Kuncan]] (1612–1673) in droge, rauwe penseelstreken lijken nonchalant geschilderd, maar stralen desondanks een grote sereniteit uit. [[Shitao]] ([[Zhu Ruoji]]; 1642–1707) was na de val van de Ming-dynastie een zwervend bestaan gaan leiden en vereeuwigde een groot aantal heilige bergen die hij had bezocht. De spaarzame landschappen van de monnik [[Hongren]] (1610–1664) tenslotte waren uitgevoerd in een serene stijl die sterk refereert aan [[Ni Zan]].
 
=== Moderne tijd ===
In de vroege twintigste eeuw maakten enkele toonaangevende Kantonese schilders tijdens hun studie in [[Japan]] kennis met westerse schilderstijlen- en technieken. Landschapsschilders als [[Gao Jianfu]] (1879–1951), zijn broer [[Gao Qifeng]] (1889–1933) en [[Chen Shuren]] (1884–1948) introduceerden deze westerse invloeden vervolgens in de Chinese schilderskunst. In de jaren 20 van de 20e eeuw nam de westerse invloed verder toe nadat jonge kunstschilders studiereizen maakten naar [[Parijs]] en [[Duitsland]]. Zo introduceerde [[Xu Beihong]] (1895–1953) het [[Realisme (kunststroming)|realisme]] in de Chinese schilderkunst, [[Liu Haisu]] (1896–1994) het [[postimpressionisme]] en [[Lin Fengmian]] (1900–1991) de stijl van de [[Fauvisme|fauvist]] [[Henri Matisse]]. Andere toonaangevende ''Shanshan shui''-schilders van de 20e eeuw waren onder andere [[Qi Baishi]] (1864-1957), [[Huang Binhong]] (1865-1955), [[Fu Baoshi]] (1904-1965) en [[Zhang Daqian]] (1899-1983).
 
== Zie ook ==