Het '''Het assenstelsel''' in de wiskunde zijn twee lijnen, de x-as (horizontaal) en de y-as (verticaal), waarop men gemakkelijk grafieken kan tekenen. Het snijpunt van deze lijnen heet de Oorsprong, en wordt afgekort met de hoofdletter O. De lijnstukken rechts en boven de Oorsprong zijn positief, de lijnstukken links ervan en eronder zijn negatief. Men krijgt dan vier vlakken, die kwadranten genoemd worden. Deze worden met Romeinse cijfers aangeduidt. Het kwardrant waar zowel de x-coördinaten als de y-coördinaten positief zijn heet het eerste kwadrant (kwadrant I). Kwadrant II heeft positieve y-waardes, maar negatieve x-waarden. In Kwadrant III zijn alle waardes negatief. In het laatste kwadrant, Kwadrant IV, vinden we positieve x-punten, maar negatieve y-punten.<p>
Door het tekenen van grafieken in een assenstelsel krijgt men een duidelijk beeld van de grafiek, en kan men goede transformaties uitvoeren, men ziet wat er gebeurt.<p>
