Wilton (scheepswerf): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
sluiting Delfshaven
k +wijk
Regel 5:
De scheepswerf kwam voort uit het bedrijf van Bartel Wilton senior en junior, die samen vanaf begin 1854 een bestaande huissmederij overnemen voortzetten. Bartel junior bouwde deze al snel uit tot een scheepssmederij waar vanaf 1876 ook stoomkracht toepassing vond. Als gevolg van de toenemende reparaties aan schepen kwam in 1876 een eigen reparatiewerf tot stand, waar vanaf 1882 ook nieuwbouw plaatsvond. Vanaf 1877 werden stoomketels vervaardigd en ook (scheeps)stoommachines. Op 14 februari 1895 werd het bedrijf omgezet in een naamloze vennootschap: ''NV Machinefabriek voorheen onder de firma B. Wilton'', met de twee oudste zonen, Bartel III en Henri als mede-directeur. Na het overlijden van Bartel II werden zij formeel directeur en eigenaar, waarna binnen enkele jaren hun jongere broers William (Willy) , in 1902 en 1906 gevolgd door respectievelijk James en Jan Daniel (Daniel), bij het goed renderende familiebedrijf kwamen te werken. In 1901 werd de naam gewijzigd in ''NV Wilton's Machinefabriek en Scheepswerf'', in 1921 in ''NV Wilton's Dok- en Werf Maatschappij''.
 
Aanvankelijk was Wilton gevestigd in Rotterdam aan De Baan en de Westzeedijk (thans Parkhaven). In 1903 verhuisde Wilton naar de Ruigeplaat aan de Westkousdijk in Rotterdam-Delfshaven, waar een compleet bedrijf, inclusief onder meer een ijzergieterij. In 1916 werd een nieuw terrein aan de [[Vijfsluizen]] in Schiedam aangekocht en gebruiksgereed gemaakt. In 1921 kon het terrein in Schiedam in gebruik worden genomen en had het bedrijf twee vestigingen.
 
Wilton fuseerde in 1929 met de [[Fijenoord|Maatschappij voor Scheeps- en Werktuigbouw Fijenoord]] te Rotterdam tot [[Wilton-Fijenoord|NV Dok en Werf Maatschappij Wilton-Fijenoord]].