Frits Peutz: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Label: Misbruikfilter: Kwebbelen |
|||
Regel 29:
Peutz is als architect lang ondergewaardeerd geweest, waarschijnlijk doordat hij niet in de [[Randstad (gebied)|Randstad]] maar in [[Limburg (Nederland)| Limburg]] bouwde. Bovendien ontwierp hij zowel [[Modernisme|modernistische]] als [[Traditionalisme (architectuur)|traditionalistische]] gebouwen, wat hem bij meerdere richtingen in de architectuur omstreden maakte. Veel van zijn modernistische gebouwen staan in Heerlen. Peutz maakte vooral naam door het [[Warenhuis (winkel)|warenhuis]] dat hij in 1933 ontwierp voor de Heerlense stoffenkoopman Peter Schunck. Tegenwoordig staat het bekend als het [[Glaspaleis]]. Het is door de [[Union Internationale des Architectes]] opgenomen op een lijst van de duizend belangrijkste gebouwen van de [[20e eeuw|twintigste eeuw]], wat waarschijnlijk heeft gezorgd voor een grotere belangstelling voor de modernist Peutz. Andere belangrijke Heerlense bouwwerken van Peutz, die tot het [[Nieuwe Bouwen]] gerekend worden zijn allereerst het woonhuis/atelier dat hij voor zichzelf ontwierp, het zogenaamde [[Huis op de Linde]]. Daarnaast het [[Monseigneur Laurentius Schrijnenhuis|Retraitehuis]], de [[Royal Theater|Bioscoop Royal]] en de [[Theater Heerlen|Stadsschouwburg]], en 't Sonnehuys, dat hij voor het gezin van zijn schoonzus, de familie Swaen in [[Maastricht]], bouwde.
Ook als architect van kerken was Peutz vrij succesvol;
Een geheel eigen positie in het oeuvre van Peutz neemt het [[Raadhuis van Heerlen]] in, dat aan de buitenkant vrij functionalistisch oogt, maar met klassiek aandoende, postmodernistische details. De klassieke monumentaliteit van het gebouw - men zou zelfs kunnen zeggen dat de met travertin beklede gevels een fascistische uitstraling hebben - wordt echter tenietgedaan door enkele van Peutz' befaamde 'knipogen': het balkon aan de voorkant, waar een potentiële dictator zich aan het volk zou willen vertonen, lijkt al bij voorbaat onder dat gewicht een stuk naar beneden gezakt; het door machtige zuilen ondersteunde balkon aan de zijgevel ontbeert een vloer, waardoor het bij voorbaat ongeschikt is voor machtsvertoon. Eenmaal binnen, bevindt men zich in een modernistische omgeving met veel glas en staal, witgesausde betonnen muren, zwevende trappen, paddenstoelkolommen en vides.
|