Het persoonskenmerk kan verder gespecificeerd worden naar '''getal''', zodat we een eerste persoon enkelvoud (Nederlands ''[[ik (voornaamwoord)|ik]]'') en een eerste persoon meervoud (''wij'') hebben. Hetzelfde gaat uiteraard op voor de tweede persoon (''jij'') en de derde (''hij'' / ''zij'' (enkelv./meerv.) /''het'' /''u''). Maar de relatie tussen enkelvoud en meervoud is hier niet transparant: ''wij'' is meestal niet een veelvoud van sprekers, maar de spreker plus anderen. Het onderscheid inclusief/exclusief is hierop gebaseerd.