Naser Orić: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Aanpassing spelling n.a.v. opname in de Woordenlijst Nederlandse Taal.
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
 
==Srebrenica==
Van 1992 tot 1995 leidde hij een [[brigade]] van het Bosnische regeringsleger (de ''28e divisie'') tijdens de belegering van de moslim[[enclave]] [[Srebrenica]]. In die hoedanigheid kreeg hij zijn bijnamen "het Moslimbeest" en "de Sheriff van Srebrenica". Hij werd ervan verdacht opdracht te hebben gegeven tot verschillende bloedige aanvallen op Servische gemeenten en dorpen rondom Srebrenica en die ook te hebben geleid. Hierbij werden met name dorpen in de gemeenten [[Bratunac]], Srebrenica en [[Skelani]] getroffen. Een paar dagen voordat de enclave in juli 1995 door het Bosnisch-Servische leger werd ingenomen, was Orić samen met een aantal andere leiders per helikopter uit Srebrenica vertrokken. Nadat de vrede in Bosnië was getekend opende hij een fitnessclub in [[Tuzla]].
 
==Meningen over Orić==
De persoon Orić maakt bij betrokkenen bij de belegering en later de [[Val van Srebrenica|inname van Srebrenica]] verschillende gevoelens los. Op hun plundertochten vanuit de belegerde enclave maakten de troepen van Orić voedsel buit op de Serviërs die in de omgeving woonden en die de plunderingen niet altijd overleefden. Zo werd op 7 januari 1993, het [[Oosters-orthodoxe Kerk|orthodoxe]] kerstfeest, het Servische dorp Kravica aangevallen. Na afloop liet Orić daar tientallen lijken filmen, waarvan enkelen onthoofd <ref>{{aut|Frank Westerman en Basrt Rijs}}: ''Srebrenica, Het Zwartste Scenario.'', Atlas, 1997.</ref>.
 
De bewoners van de enclave wisten mede door de plunderingen wel te overleven in de overbevolkte stad. Voor hen was Orić destijds een beschermer en om die reden weigeren velen van hen hem nu te zien als een oorlogscrimineel. De naam "Naser" wordt nog steeds vaak aan pasgeboren zoontjes gegeven. De weduwen van Srebrenica wierpen tijdens de arrestatie van Orić spontaan een wegblokkade op in Tuzla en voormalige soldaten van de brigade van Orić meldden zich bij het tribunaal onder de leus: “wij zijn net zo schuldig als hij”.