Analoog-digitaalomzetter: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 78.23.1.110 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Legobot
Regel 4:
[[Bestand:WM WM8775SEDS-AB.jpg|thumb|Een multiplex AD-converter met stereo in vier kanalen]]
== Principe ==
Een [[analoog]] signaal is per definitie een signaal dat [[Continue functie (analyse)|continu]] in tijd en in amplitude is (de resolutie is oneindig). Wanneer een analoog signaal [[digitaal]] gemaakt wordt betekent dit dat het signaal in tijd en in amplitude gediscretiseerd moet worden. Een discreet (digitaal) signaal is de tegenhanger van een continu signaal, een signaal dat alle mogelijke waarden aan kan nemen. Om het signaal digitaal te maken zal er dus met vaste tussenpozen ([[bemonsteringsfrequentie]]) een monster genomen moeten worden waarna dit monster gediscretiseerd wordt. Om de zoveel tijd wordt er dus een ''sample'' genomen dat opgeslagen wordt als een digitaal getal. Dit digitale getal is eindig in resolutie (discreet) en kan dus niet zoals een analoog getal alle waarden voorstellen.
 
Ter illustratie een korte uitleg hoe het signaal door de AD-converter ''loopt''. Als eerste bewerking wordt een [[filter (elektronica)|laagdoorlaatfilter]] ingezet om [[aliasing]] tegen te gaan. Vervolgens neemt de ADC op regelmatige tijdstippen een signaalmonster ([[sample]]); dit houdt in dat op een bepaald moment wordt gekeken wat de exacte signaalwaarde is. Bij spraaktelefonie wordt in de meeste systemen 8000 keer per seconde een signaalmonster genomen (de [[bemonsteringsfrequentie]] is 8 kHz) waarmee de maximaal verwerkbare [[frequentie]] 4000 Hz wordt (volgens het [[Nyquist criterium]]).