Franse marine: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
59R (overleg | bijdragen)
59R (overleg | bijdragen)
Regel 91:
Het merendeel van de vloot echter, lag in [[Dakar]] of [[Mers-el-Kébir]]. De ''Royal Navy'' stelde een [[ultimatum]], maar toen onderhandelingen onmogelijk bleken openden ze het vuur en kelderden en beschadigden een groot deel van de Franse vloot ([[Aanval op Mers-el-Kébir|Operation Catapult]]) op [[3 juli]] 1940. Dit resulteerde in verzuurde Engels-Franse relaties, die de hele oorlog en ook erna zouden blijven bestaan.
 
In november 1942 trokken de geallieerden [[Franse-koloniale Rijk|Frans Noord-Afrika]] binnen. Als tegenactie bezetten de Duitsers [[Vichy-Frankrijk]] ([[CaseOperatie Anton]]), inclusief de Franse marinebasis [[Toulon]], waar het grootste deel van de overgebleven Franse vloot lag. Dit was een belangrijk Duits doel. Troepen onder [[Schutzstaffel|SS]]-commando kregen opdracht om ze te veroveren (Operation ''Lila''). De Franse marineleiding was verdeeld over hun reactie: admiraal [[Jean de Laborde]], commandant van de ''Forces de Haute Mer'', pleitte ervoor om uit te varen en de geallieerde invasievloot te onderscheppen, terwijl anderen, zoals admiraal [[Gabriel Auphan]], voorstander waren voor aansluiting bij de geallieerden. Op enkele oorlogsschepen ontstond een spontane demonstratie voor het aansluiten bij de geallieerden met de leus ''"Vive de Gaulle! Appareillage!"''
 
De orders van de Franse commandanten om de schepen te verwoesten in het geval de Duitsers ze wilden overnemen werd versterkt en dit gebeurde ook, ondanks de aanwezigheid van Duitse troepen. Geen enkel schip dat werd buitgemaakt kon gerepareerd worden. Enkele schepen, waarvan de onderzeeboot ''[[Casabianca (onderzeeboot )|Casabianca]]'' een van de belangrijkste was, vluchtten uit Toulon en sloten zich aan bij de geallieerden.