Taets van Amerongen: verschil tussen versies

De oudst bekende voorvader van dit geslacht was Eerst Taets, schepen van [[Wijk bij Duurstede]] en overleden in 1411 of 1412. Beginnend bij zijn zoon hadden veel nakomelingen zitting in het bestuur van de stad [[Utrecht (stad)|Utrecht]], en zijn achter-achterkleinzoon Ernst (–1540) had zitting in de Ridderschap van Utrecht. Vanaf 1690 waskwamen de familieverschillende eigenaartakken respectievelijk in het bezit van dehet ridderhofstedegoed [[Natewisch]] (door huwelijk)<ref>{{Aut|Taets van Amerongen, Jan van}} (1995) 'Natewisch' in: {{Aut|Olde Meierink, B, e.a.}} ''Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht'', p. 332, (Matrijs Utrecht)</ref> vanaf 1679 van [[Renswoude]] (en daarna eeuwenlang bewoner van [[Kasteel Renswoude]]) en vanaf 1791 van [[Woudenberg]].

Leden van de familietakken Schalkwijk, Woudenberg en Rynswoude werden in 1814 benoemd in de ridderschap van Utrecht en daarmee lid van de Nederlandse adel. Vanaf 1822 werd voor leden en afstammelingen de titel van baron erkend, een titel die sindsdien door alle leden van dedeze familietakken die in mannelijke lijn afstammen wordt gedragen. De drie zonen van wijlen Gerard L.M. Taets van Amerongen van Natewisch (1762-1807) kregen als erkenning te behoren tot de Nederlandse adel evens de titel baron. Een van hen stierf kinderloos de andere twee takken stierven uit in 1954 en 2010.<ref>{{Aut|Schimmelpenninck van der Oije, Coen, e.a.}} (2014) ''Wapenregister van de Nederlandse adel. Hoge Raad van Adel 1814-2014'', p. 564-565, (WBOOKS)</ref><ref>Nederlands Adelsboek (2010) p. 8-16 ''tak Natewisch;;</ref>

* [[Joost Taets van Amerongen tot Natewisch|Joost baron Taets van Amerongen van Natewisch]] (1802–1872), politicus en hoogheemraad

* [[Pieter Hendrik Taets van Amerongen tot Natewisch|Pieter Hendrik baron Taets van Amerongen]] (1803–1873), officier en ritmeester, politicus