Gat in de ozonlaag: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 48120793 van 85.150.168.57 (overleg) ongedaan gemaakt. |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 28:
Het bovengenoemde omzettingsproces vindt alleen plaats bij zeer lage temperaturen. In de [[stratosfeer]] boven [[Antarctica]] zitten dan soms ijle [[wolk]]enlaagjes. Deze wolken worden in het [[Engels]] aangeduid als ''polar stratospheric clouds'' (afgekort tot PSC). Op de ijskristallen van de wolken kunnen stikstofverbindingen condenseren zoals HNO<sub>3</sub> ([[salpeterzuur]]) of NO<sub>2</sub> ([[stikstofdioxide]]). Normaal kunnen deze stikstofverbindingen een chloorradicaal onschadelijk maken door ermee te binden. Zodoende wordt een verbinding gevormd die niet meer schadelijk is voor de afbraak van ozon. Wanneer de stikstofverbindingen in het ijs afgezet worden zullen er echter meer chloorradicalen overblijven. Dit chloor is afkomstig van de [[Chloorfluorkoolstofverbinding|cfk]]'s. Als die in aanraking met licht komen, kunnen deze zich splitsen (deze chemische reactie wordt fotodissociatie genoemd), waardoor er chloorradicalen vrijkomen.
In de zuidpoolwinter en de vroege lente is er geen hoogenergetische straling van de zon boven de Zuidpool (het is er nog nacht).
Boven de Noordpool geldt in het (noordpool)voorjaar hetzelfde proces. Alleen zijn de temperaturen daar minder laag dan boven de Zuidpool, zodat de afname in ozonconcentratie minder groot is. Bovendien is er meer menging met lucht van gematigde streken.
|